Vissen

Uitvoering:

door WLB Amsterdam.

Beschrijving:

Natuurontwikkeling in de gebieden rondom de vestiging Loenderveen: het plangebied, bestaande uit de oostelijke en westelijke Loenderveensche Plas en Terra Nova.

Als streefbeeld wordt de situatie in de periode rond 1930 voorgesteld. In deze toekomstige situatie wordt het laagveenmoerasgebied gekenschetst door helder water met een stevige veenbodem, en een diverse en karakteristieke flora en fauna. Het benodigde suppletiewater afkomstig uit de Bethunepolder heeft na voorbehandeling een zoveel mogelijk gebiedseigen, oorspronkelijk kwelwater karakter. Nadat dit water door het natuurgebied is getrokken wordt het gebruikt voor drinkwaterproductie. De ontwikkeling van een dergelijk systeem wordt zowel in het beleid van de rijksoverheid als dat van provincie en het betrokken hoogheemraadschap nagestreefd.

Onderzoek op thema trofisch niveau

Vissen:

Inhoud

  • Vismigratieonderzoek
  • Ontwerp vispassages en visweringen
  • Welzijn van vissen
  • Een zegen- en staande netten visserij als beheersmaatregel t.b.v. sport- en beroepsvisserij
  • Mogelijkheden en knelpunten vismigratie in het beheersgebied van HH de Stichtse Rijnlanden
  • Onderzoek naar het functioneren van een paaigebied voor snoek bij de Binnenschelde
  • Ontwikkeling visfauna proefgebied zoetwateraanvoer Tholen, december 1988 - juli 1995
  • PISCATOR: een individu gebaseerde modellering van vis
  • Natuurontwikkeling in Loenderveen


Vismigratieonderzoek

Uitvoering:

Vanaf 1990-heden door Witteveen + Bos, in opdracht van diverse waterbeheerders

Beschrijving:

Onderzoek naar vismigratie in stagnant en stromend water via vistrappen, sluizen, duikers, stuwen etc. Maken proefopstellingen, monitoring, evaluatie van de omvang van de migratie en de passeerbaarheid van kunstwerken, advisering beheer.

Rapport/artikel:

Diverse rapporten & nieuwsbrief project migratie zeeforel


Ontwerp vispassages en visweringen

Uitvoering:

Vanaf 1990

Beschrijving:

Ontwerp van constructies bedoeld om vis te laten passeren (vistrappen in stagnant en stromend water) of juist om vis te weren (in het kader van Actief Biologisch Beheer).

Rapport/artikel:

diverse rapporten

Welzijn van vissen

Uitvoering:

In 1999 door de OVB i.s.m. Interfacultair Centrum Welzijn van Dieren (Universiteit Utrecht)

Beschrijving:

Samenstelling van boek over maatschappelijke, wetenschappelijke en beleidsmatige aspecten van het welzijn van vissen.

Boek bevat 33 hoofdstukken. Van belang voor het visstandbeheer omdat de omgang met vissen in praktijk en onderzoek situaties wordt belicht.

Rapport/artikel:

Raat, A.J.P. & R. van den Bos (samenstelling en redaktie). Welzijn van vissen. Tilburg, Tilburg University Press.


Een zegen- en staande netten visserij als beheersmaatregel t.b.v. sport- en beroepsvisserij in de Friese boezemwateren

Uitvoering:

1989-1995

Beschrijving:

Van 1989 tot 1994 is met zegens en staande netten een visserij uitgevoerd in de Friese boezemwateren om de snoekbaars- en brasemstand zodanig te beïnvloeden dat de snoekbaars beter vangbaar wordt voor hengelaars en de voedselomstandigheden voor aal verbeteren. Door de verandering van de brasemstand en de gewijzigde predatiedruk van snoekbaars werd de waterkwaliteit positief beïnvloed.

Rapport/artikel:

Evaluatie van een zegen- en staande netten visserij als beheersmaatregel t.b.v. sport- en beroepsvisserij in de Friese boezemwateren. RWS-RIZA werkdocument 95.145X


Mogelijkheden en knelpunten vismigratie in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden

Uitvoering:

1998-1999

Beschrijving:

Migratie is hierin zo breed mogelijk opgevat; elke mogelijk gewenste verplaatsing. Naast (inter)regionale trek zijn bijvoorbeeld ook aspecten als het bereiken van overwinterings- en opgroeilocaties meegenomen. Op basis van voorkomen, natuurwaarden en functies (o.a. sport- en beroepsvisserij) is het gebied geanalyseerd. Voor elk watertype is een referentiebeeld en streefbeeld opgesteld. De verschillen tussen referentiebeelden en huidige (te wachten) situaties leveren de mogelijkheden en knelpunten. Maatregelen worden voorgesteld ter verbetering van een natuurlijke visfauna in combinatie met andere functies.

Rapport/artikel:

Mogelijkheden en knelpunten vismigratie in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. Rapport Bureau Waardenburg rapportnr. 98.035


Onderzoek naar het functioneren van een paaigebied voor snoek bij de Binnenschelde

Uitvoering:

1997 - 1999

Beschrijving:

Bij de Binnenschelde is in 1995 een paaigebied voor snoek aangelegd. Vanaf 1997 is dit in gebruik genomen. Gedurende 3 jaar is onderzocht hoeveel snoekjes er geproduceerd zijn, is het gebied afgevist en zijn de snoekjes overgebracht naar de Binnenschelde. Er zijn aanbevelingen gedaan de werking van het gebied te optimaliseren.

Per hectare water werden jaarlijks 2000-4000 snoekjes van 8-20 cm gerecruteerd waarvan er 50-90% levend overgebracht konden worden naar het meer.

Rapport/artikel:

Resultaten van het paaigebied voor snoek bij de Binnenschelde in 1997 (idem 1998 en 1999) door J. Kampen

Ontwikkeling visfauna proefgebied zoetwateraanvoer Tholen, december 1988-juli 1995

Uitvoering:

1988-1998

Beschrijving:

Middels (half)jaarlijkse gestandaardiseerde visbemonsteringen, vislengte- en gewichtmetingen en zoutmetingen is de ontwikkeling van de visstand gevolgd bij een toenemende verzoeting van het brakke water. In de situatie vóór aanvang van de zoetwateraanvoer vanuit het zoete Volkerak-Zoommeer waren ruisvoorn, karper, drie- en tiendoornige stekelbaars de dominante soorten. Nieuwe soorten als blankvoorn, baars, brasem, pos, snoekbaars en af en toe alver, kolblei, rivierdonderpad en winde worden steeds meer aangetroffen. Oorspronkelijk aanwezige soorten als brakwatergrondel, 10d-stekelbaars en giebel nemen af in aantal.

Rapport/artikel:

Rapporten Bureau Waardenburg rapportnr. 96.65 (eindrapport)

Link naar site met meer info:

PISCATOR: een individu gebaseerde modellering voor vis

Uitvoering:

1998-2000

Beschrijving:

De samenstelling van visgemeenschappen is bepaald door recrutering, groei en sterfte van individuen. De variatie in elk van deze processen in combinatie met alle betrokken soorten maakt het aantal mogelijke visgemeenschappen zeer groot. Omdat de kennis omtrent de oorzaken van deze variatie zeker niet volledig is, hebben modellen die gebaseerd zijn op dergelijke kennis slechts een beperkte voorspellende waarde. Het model is meer waardevol als instrument voor het begrijpen van deze processen en voor het bepalen van de mate van variatie die elk van deze processen veroorzaakt.
PISCATOR is een individu gebaseerd model. Een essentiëel verschil met de traditionele populatiemodellen is dat de populatie werkelijk uit individuen bestaat met hun eigen specifieke parameters met betrekking tot dieet en groei, terwijl het model een output geeft in aantallen en grootte-verdelingen die overeenkomt met de gemeten waarden in het veld. Dit houdt in dat we betere informatie hebben om het model te voeden, maar ook betere mogelijheden hebben om de uitkomsten van het model te controleren.

Natuurontwikkeling in Loenderveen

De belangrijkste knelpunten en dus aan te pakken thema's betreffen (in willekeurige volgorde): de waterkwaliteit (gebiedsvreemde gehaltes nutriënten en macro-ionen), de waterhelderheid (algengroei, opgewerveld materiaal), het peilbeheer (geen natuurlijk verloop), de onderwaterbodem (meermolm; nalevering van fosfor), de visfauna samenstelling (hoog aandeel Brasem), de oevervegetatie en expositie daarvan aan wind en golfslag (waterriet), en (natuurlijke) successie (verlanding en daarmee verdwijnen van jonge stadia).

Oplossingen zullen moeten worden gezocht in combinaties van de volgende maatregelen (niet in volgorde van prioriteit): visstandsbeheer, baggeren, stimulering van gebieden met waterriet, natuurlijk peilverloop, en multifunctioneel gebruik van Bethunepolderwater (eerst voor de natuur, dan voor de drinkwaterproductie).

Op basis van onderzoek zal Waterleidingbedrijf Amsterdam in de komende jaren komen tot een zo kansrijk mogelijk plan van aanpak