Waterplanten: beheersen van ongewenste groei

Beheersing van ongewenste waterplanten

Algemeen

Waterplanten zijn niet altijd gewenst. Waterplanten die naar het wateroppervlak groeien kunnen in meren met een recreatieve functie overlast geven voor varende recreanten. Bovendien kunnen bodembedekkende waterplanten zorgen voor een verondieping. Het voorkomen van zwemmersjeuk (veroorzaakt door een parasitaire worm die slakken op waterplanten als gastheer heeft) kan ook een zodanige overlast voor zwemmers veroorzaken dat maatregelen gewenst zijn.
Voor de waterbeheerder met een doelstelling van helder water en een hoge biologische variatie, zijn waterplanten echter essentieel. De waterplanten stabiliseren de heldere toestand van het water. Een eventuele verwijdering van waterplanten zal met mate moeten gebeuren.
Het is ook mogelijk dat bepaalde soorten waterplanten in het geheel niet gewenst zijn en zelfs een bedreiging kunnen vormen voor het natuurlijk functioneren van het ecosysteem. Het gaat dan om exoten, meestal afkomstig vanuit warmere oorden, die plotseling en massaal de kop opsteken. Doorgaans zijn het drijvende planten of planten die vanuit de oever groeien (b.v. Grote Waternavel (zie STOWA site)). In grote wateren (meren) is de randlengte relatief klein en golfslag groot en vormen daarmee geen optimaal milieu voor dergelijke planten.
Indien waterplanten wel gewenst zijn maar met mate kan de hoeveelheid en soortensamenstelling gereguleerd worden door het maaien van waterplanten of het verdiepen van de waterbodem. Tot nu toe wordt vooral maaien gecombineerd met verwijderen van planten toegepast.

Doel van de maatregel

Beperken van de overlast door waterplanten, zonder de helderheid van het water te doen afnemen.

Modellen

Voor het Veluwemeer is met regressiemodellen berekend welke bedekking van waterplanten nodig is om het water helder te houden. Voor het Veluwemeer bleek een bedekking van kranswieren op ten minste 70% van het meer noodzakelijk om een doorzicht van tenminste 1 m te behouden.

Deze berekeningswijze kan mogelijk ook op andere meren worden toegepast.

Meren waar de maatregel is toegepast

meer

jaar

maatregel

ander soort maatregel

resultaat

Binnen-
schelde

1992-1996

bij Bergen op Zoom 50 ha maaien met maaiboot i.v.m. recreatie (4 keer in 1994)

ja

kortstondig

Boven-
water

1995-1998

100 ha maaien met maaiboot uitzetten van graskarper
(3 keer van mei - half september)

kortstondig

Gouw-
zee

1986-1988

maaiboot

+

Paters-
wolder-
meer

maaien van het zwembadgedeelte
(elk jaar )

nee

+

Veluwe-
meer

1999

proefvakken maaien met maaikorf en visnetmethode
(3 keer)

ja

hoogte van planten neemt af

Waay

1997, 1998

maaien waterplanten in de zwembadzone i.v.m. zwemmersjeuk

ja

+

Wolder-
wijd

maaien fonteinkruiden op wedstrijdbaan zeilers

ja

kortstondig

Ga voor een uitgebreide beschrijving naar Onderzoek meren en plassen

Ervaringen

De meeste ervaring is opgedaan met de maaiboot. Vaak zijn de effecten van het maaien niet goed vastgelegd. Ervaringen in het Bovenwater, de Binnenschelde en buitenlandse meren leren dat waterplanten meerdere keren per zomer gemaaid moeten worden om de hergroei te beperken (Zant et al., 1999).

In het Veluwemeer bleek het mogelijk om door in het voorjaar te maaien de dichtheid van de fonteinkruiden in het hele groeiseizoen te doen afnemen.
Bij Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied is in een beleidsnotitie vastgelegd hoe voortaan het waterplantenbeheer in de Veluwerandmeren aangepakt zal worden.

Maaiproeven in de Gouwzee geven aan dat planten na meerdere jaren maaien uitgeput lijken te raken (Anonymus, 1989).

Uit de studie van Van den Berg et al. (2000) blijkt dat het mogelijk is om met een gericht maaibeheer de soortensamenstelling van waterplanten te sturen.

Lessen

Bij sterke reductie van waterplanten is het risico dat een meer weer omslaat naar troebel reëel. In het Bovenwater lijkt het maaien van waterplanten de oorzaak voor het weer troebel worden van het water.

Voorlichting over de betekenis van waterplanten voor helder water kan al een groot deel van bijvoorbeeld klachten van recreanten verhelpen.

Methoden om waterplanten op grote schaal te verwijderen op een bepaalde gewenste snijhoogte zijn beschikbaar.

Monitoring van de effecten is in veel cases marginaal. Om de efficiëntie en effecten van het maaien te kunnen vastleggen is gerichte monitoring gewenst.

Kosten van de maatregel

NB! deze kosten zijn in guldens en uit de periode '90-'00

Boot met maaikorf fl 5000/ha.
Maaiboot (klein) fl 1500/ha.
Visnet-methode fl 1500/ha.

Experts

RWS Waterdienst

Beheerders met ervaring:
HH West-Brabant
RWS-IJG

Onderzoek/referenties

Anonymus, 1989. Evaluatie maaiproef waterplanten Gouwzee 1986-1988. Rijkswaterstaat Directie Flevoland, Lelystad.

Zant, F.M., R. Bijkerk, M.S. van den Berg & H. Coops, 1999. Beheersing van waterplanten in de Veluwerandmeren, literatuurstudie naar methode en effecten. RIZA werkdocument 99.077.

Van den Berg, M., M. Kolen & H. Coops, 2000. Maaien van waterplanten in het Veluwemeer. RIZA werkdocument 2000.016x.

Onderzoek maaien van waterplanten in het Veluwemeer: zie verslag Platform bijeenkomst d.d. 11-11-1999 lezing van Inge de Vries.