Uitvoering

Per stroomgebied is in stroomgebiedbeheerplannen aangegeven hoe de waterkwaliteit kan worden verbeterd. In 2009 zijn de eerste stroomgebiedbeheerplannen vastgesteld. In 2015 zijn nieuwe plannen vastgesteld voor de periode 2016-2021. Nederland is verdeeld over vier internationale stroomgebieddistricten: Rijn, Maas, Schelde en Eems. Tot een stroomgebieddistrict behoort niet alleen het water van de hoofdrivier, maar al het water in het betreffende gebied.

Binnen elk district werken provincies, gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan schoner water. Per stroomgebied zijn hiervoor regionaal ambtelijke overleggen (RAO’s) en regionaal bestuurlijke overleggen (RBO’s) georganiseerd. Voor de Rijn bleek het praktischer om een onderverdeling te maken in Rijn-West, Rijn-Noord en Rijn-Oost.

Europees niveau: richtlijnen

De implementatie van het waterbeleid wordt in Europa afgestemd via de Europese Waterdirecteuren. Europa stelt richtlijnen op, bijvoorbeeld normen voor verontreinigde stoffen of de data waarop aan die normen moet zijn voldaan. Op Europees niveau worden ook de ‘guidance documents’ opgesteld. Daarin worden de algemene richtlijnen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) nader uitgewerkt.

Luchtfoto rivier

Nationaal niveau: regie

In Nederland vertaalt de rijksoverheid de KRW in landelijke beleidsuitgangspunten, kaders en instrumenten. De minister van Infrastructuur en Milieu is eindverantwoordelijk voor de implementatie van de KRW. Zij overlegt met andere ministeries en de (koepelorganisaties van) provincies, waterschappen en gemeenten.

Internationale stroomgebieddistricten

De nationale stroomgebiedbeheerplannen moeten binnen het internationale stroomgebied worden afgestemd. Hiervoor vindt overleg plaats in de Internationale Commissie ter bescherming van de Rijn (ICBR), de Internationale Maascommissie (IMC), de Internationale Scheldecommissie (ISC) en de Internationale Stuurgroep Eems. In deze commissies worden overkoepelende delen van het stroomgebiedbeheerplan (zogenaamde delen A) gemaakt.