Monitoringsprogramma KRW

De Kaderrichtlijn Water (KRW) vraagt om rapportage van de toestand van waterlichamen. Hiertoe wordt een monitoringsprogramma opgesteld.

Bij monitoring gaat het over het volgende:

  • keuze van de meetlocaties;
  • meten van stoffen en biologische kwaliteitselementen op de meetlocaties. Daarbij wordt gebruik gemaakt van gestandaardiseerde methodes;
  • toetsen van de meetresultaten aan de chemische normen en ecologische doelen om de chemische en ecologische toestand van de waterlichamen vast te stellen.
  • vaststellen van langetermijntendensen met betrekking tot de concentraties van stoffen;
  • vaststellen of voldaan is aan de KRW-voorwaarde van geen achteruitgang.

In Nederland zijn voor de uitwerking van bovengenoemde aspecten in de regiekolom van de Stuurgroep Water documenten vastgesteld. Het monitoringsprogramma is vastgelegd in het Besluit vaststelling monitoringsprogramma kaderrichtlijn water.

Bij het opstellen van de documenten uit het Ministerieel besluit is gebruik gemaakt van de KRW, EU Guidances en specifieke kennis van de Nederlandse situatie. De documenten vormen de basis voor de KRW-meetnetten van de partijen die de metingen uitvoeren: waterschappen, Rijkswaterstaat en provincies. De documenten beschrijven tevens de wijze waarop de meetresultaten getoetst worden aan de chemische normen en ecologische doelen. Hiermee wordt de chemische en ecologische toestand van de waterlichamen bepaald. Door vergelijking van de chemische en ecologische toestand aan het einde van de KRW-planperiode met dezelfde toestand aan het einde van de voorgaande planperiode wordt bepaald of er sprake is van achteruitgang.

De factsheets met de monitoringsprogramma’s voor grond- en oppervlaktewaterlichamen zijn te vinden op het waterkwaliteitsportaal.