Uitmonding van een rivier als een stelsel van aftakkingen.
Een gebied wordt beschermd tegen buitenwater door een primaire waterkering of door hoge gronden. Gebieden zijn als dijkring(gebied) aangewezen in de Waterwet.
Deel van een primaire waterkering dat afzonderlijk genormeerd is.
Een deel van een waterkering met min of meer gelijke sterkte, eigenschappen en belasting.
Zand dat boven de laagwaterlijn van het strand of de duinen is geërodeerd en onder de laagwaterlijn is afgezet of met stromingen langs de kust is weggevoerd.
De benedenrand van een duin. Meestal wordt de duinvoet aan de zeezijde bedoeld. Voor de berekening van de Basiskustlijn is de duinvoet vastgesteld op NAP + 3 meter.
Het zodanig beheren van de zandige kust dat natuurlijke processen, al dan niet gestimuleerd, zoveel mogelijk ongestoord kunnen verlopen. Hierbij is de veiligheid van het achterliggende gebied gewaarborgd.