Ecologisch onderzoek bij thermische belasting van oppervlaktewateren

Ten behoeve van de vergunningverlener is het belangrijk dat op éénduidige wijze een dataset wordt opgebouwd van reacties van aquatische levensgemeenschappen op een verhoogde omgevingstemperatuur als gevolg van thermische lozingen. Dit mede om te kunnen nagaan in hoeverre de eisen, zoals die geformuleerd zijn in de vergunningen, reëel zijn. Het opbouwen van een dataset is vooral van belang bij extreme zomerse situaties (hoge luchttemperatuur in combinatie met langdurige droogte).

Verwacht mag worden dat als gevolg van de toename van de watertemperatuur in de grote rivieren, door bovenstroomse (buiten de landsgrenzen) koelwaterlozingen en door klimaatveranderingen, de toegestane grenzen met betrekking tot warmte-emissies sneller zullen worden bereikt. Dit zal zeker leiden tot een hernieuwde discussie over de toelaatbaarheid van dergelijke emissies. Het verzamelen van informatie over het ecologisch functioneren van waterlichamen waarop koelwater wordt geloosd, in het bijzonder in perioden wanneer de huidige toelaatbare grenzen zijn bereikt, is daarom noodzakelijk.

Vooralsnog wordt er in dit rapport vanuit gegaan alleen ecologische informatie te verzamelen wanneer de isotherm die de begrenzing vormt voor de mengzone verhoogd wordt van 30 naar 32°C. Dit houdt in dat het onderzoek zich beperkt tot de omgeving van de mengzone.

Omdat het beoogde onderzoek naar acute effecten van thermische belasting gerekend kan worden tot een specifieke vorm van ecologische monitoring, is het voor de toe te passen onderzoeksmethoden zaak zoveel mogelijk aan te sluiten bij die welke worden toegepast in lopende meetprogramma's in de ontvangende wateren. De resultaten van deze lopende meetprogramma's zijn van belang om:

  1. te dienen als referentie voor het nader onderzoek;
  2. trends in de biotische en abiotische toestand van de ontvangende wateren te kunnen vaststellen.

Met de verkregen gegevens kan inzichtelijk worden gemaakt wat het acute effect is van een kortdurende extreme temperatuurverhoging op levensgemeenschappen van verschillende groepen van waterorganismen. Duidelijk moet zijn dat deze gegevens geen inzicht geven in effecten van thermische verontreiniging van oppervlakte wateren, waarbij de onbelaste situatie de referentie is. Daarvoor is niet alleen de omvang van de metingen te beperkt, maar ze worden daarnaast ook nog eens uitgevoerd in wateren die al thermisch verontreinigd zijn.

Het handboek moet gezien worden als een dynamisch geheel. Deze eerste versie bevat wellicht onduidelijkheden en lacunes die door voortschrijdende inzichten en ervaringen verder ingevuld moeten worden. Daarnaast zal het voorkomen dat op langere termijn nieuwe technieken voor onderzoek aanpassingen van het handboek noodzakelijk maken.