Toezicht en Handhaving

Het beheer van de wateren is één van de kerntaken van de waterbeheerders. Het beheer kent een kwantitatieve kant, waarbij waterkering en waterpeil een belangrijke rol spelen, en een kwalitatieve kant: de zorg voor schoon en veilig water.

Voor het waterbeheer van de Nederlandse oppervlaktewateren, zoals rivieren, meren, vaarten, kanalen, sloten en beken, zetten de beheerders een keten van instrumenten in: voorlichting, wetgeving, vergunningverlening én... handhaving. Het doel van handhaving is een betere naleving van de wetten en regels, waardoor de waterkwaliteit en waterveiligheid verbetert en het milieu schoner wordt.

Landelijk wordt beleid gemaakt voor de zorg van schoon water. De uitvoering van het beleid vindt plaats door Rijkswaterstaat en de waterschappen. De Inspectie Leefomgeving en Transport ziet toe op de juiste uitvoering. Naast de inspectie hebben de waterbeheerders nog diverse handhavingpartners.

De waterbeheerders houden toezicht op een breed scala aan wet- en regelgeving. In de Waterwet zijn duidelijke afspraken gemaakt welke waterbeheerder voor welk water het bevoegd gezag is.

Hoe wordt over het algemeen gehandhaafd?

In de nota handhaving Wvo (Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren) (nu Waterwet) ‘Een kwestie van kunnen, willen en doen’ wordt een overzicht gegeven van de handhaving van de Waterwet. Op deze site wordt een indruk gegeven van de planning & programmeringtoezicht en handhaving.