Agrarisch

Emissies van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen kunnen een probleem vormen voor het bereiken van een goede waterkwaliteit. Via verschillende emissieroutes kunnen deze stoffen in het oppervlaktewater terechtkomen. Bij gebruik van gewasbeschermingmiddelen kan dit via de de lucht (drift), bij het uitrijden van de (kunst-)mest kunnen de meststoffen via uitspoeling uit de bodem of afspoeling in het oppervlaktewater komen. Maar ook bij het schoonmaken van landbouwwerktuigen kunnen gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater belanden. Emissies vinden niet alleen plaats vanuit de open teelt, ook vanuit de glastuinbouw kunnen meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen via lozingen van spui- of drainagewater in het oppervlaktewater terechtkomen.
Mest, kunstmest en sommige gewasbeschermingsmiddelen bevatten ook zware metalen, die via dezelfde emissieroutes ook het water kunnen belasten.

bemesten weiland

Regelgeving

De vervuiling door de industrie en huishoudens is sinds de jaren zeventig sterk verminderd doordat de overheid regels ging stellen aan de lozingen. Vanaf de jaren negentig zijn diverse lozingenbesluiten met regelgeving voor de landbouw ingevoerd om ook de emissies vanuit de landbouw terug te dringen. Voorbeelden hiervan zijn het Lozingenbesluit open teelt een veehouderij en het Besluit glastuinbouw. Per 1 januari 2013 zijn deze agrarische lozingenbesluiten, met nog een aantal andere agrarische besluiten, opgenomen in het Activiteitenbesluit. Daarbij zijn de lozingen van afkomstig van een aantal agrarische activiteiten, die op grond van de Waterwet nog vergunningplichtig was, onder de algemene regels gebracht. Het gaat om activiteiten als de teelt van gewassen in potten en containers in de open lucht, landbouwloonbedrijven, bollenteelt in gespecialiseerde gebieden, bedekte teelten zoals de witlof- en paddenstoelenteelt en het sorteren en transporteren van landbouwgewassen. Wat ook veranderd is dat bij de IPPC-bedrijven alle niet-IPPC activiteiten niet langer onder de vergunningplicht vallen, maar dat hierop de algemene regels van toepassing zijn.

In het Activiteitenbesluit zijn regels opgenomen voor agrariërs om de vervuiling terug te dringen. De maatregelen zijn bedoeld om de (kunst-)mest en gewasbeschermingsmiddelen zo te gebruiken, dat er zo min mogelijk in het oppervlaktewater terechtkomt. Bij het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen worden bijvoorbeeld eisen gesteld aan spuitapparatuur om emissies naar oppervlaktewater zoveel mogelijk te beperken en een kunstmeststrooier moet langs de sloot een speciale kap hebben waardoor er geen mestkorrels in de sloot terechtkomen. De regels worden gecontroleerd door de waterschappen en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Meststoffen- en gewasbeschermingsmiddelenbeleid

Naast regelgeving over hoe mest en gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt stelt de overheid via de toelating ook regels aan de soorten gewasbeschermingsmiddelen (hoeveel en welke) (zie onder gewasbeschermingsmiddelen) en de hoeveelheid mest (zie onder meststoffen).