Toepassing risicobenadering in de praktijk: Interview met Bert Koster over gegevensinwinning

De risicobenadering wordt steeds meer toegepast door beheerders en in andere waterveiligheidprojecten. In deze rubriek komt een beheerder aan het woord over zijn ervaringen met de risicobenadering en de toepassing in de praktijk. Deze keer: Bert Koster van Waterschap Groot Salland over de pilot gegevensinwinning, gekoppeld aan VNK2-dijkringanalyse 53 (Salland).
Met deze pilot wil de beheerder ingaan op de vraag of met behulp van VNK2-informatie specifieke dijkvakken en parameters te bepalen zijn waar aanvullende (grond)gegevens nodig zijn om de parameters beter in te schatten en daarmee de faalkansen scherper te bepalen.

Voor de pilot werd Dijkring 53 (Salland) van Waterschap Groot Salland (WGS) gekozen, omdat uit VNK2-analyses bleek dat piping in die dijkring de overstromingsrisico's grotendeels bepaalt. Het verscherpen van het inzicht in deze parameters, en dus het overstromingsrisico, kan er uiteindelijk voor zorgen dat de versterkingsmaatregelen in dit gebied gerichter en goedkoper worden uitgevoerd.

Bert Koster is sinds november 2013 specialist keringen bij Waterschap Groot Salland en vanuit die rol nauw betrokken geweest bij VNK2.

Wat is voor WGS de toegevoegde waarde van deze pilot naar aanleiding van de VNK2-dijkringanalyse?
De resultaten van VNK2 zijn grotendeels gebaseerd op het al beschikbare grondonderzoek binnen de archieven van WGS. Ondanks dat er veel gegevens beschikbaar zijn, komt het altijd voor dat er gebieden zijn waar je meer onderzoek zou willen hebben om inzicht in de ondergrond van de dijk te krijgen.
Wij willen graag een beeld hebben of de, binnen VNK2 gebruikte, gegevens voldoende informatie geven voor een gefundeerd advies. Met behulp van de uitkomsten kunnen we vervolgens gericht en efficiënt het grondonderzoek uitzetten waarmee we de betrouwbaarheid van de gegevens, en daarmee de kennis van de ondergrond, kunnen vergroten.

Kan je iets vertellen over de samenwerking met VNK2?
De taak van WGS bestond vooral uit het leveren van informatie en kennis. In eerste instantie de GIS-gegevens en de geotechnische informatie. Het aanleveren van de geotechnische gegevens vergde een uitgebreid archiefonderzoek (wat aangeeft dat een goed gestructureerd en actueel archief onmisbaar is!) De samenwerking tussen VNK2 en WGS heb ik als open en prettig ervaren.

Wat heeft de pilot WGS opgeleverd aan concrete resultaten of inzichten?
Uit de analyse van VNK2 bleek dat met name onderzoek naar de aanwezigheid van een kleilaag in het voorland voor een aantal dijkvakken essentieel is. Als met lokaal grondonderzoek kan worden aangetoond dat de kleilaag aanwezig is dan heeft dat veel effect op het overstromingsrisico. Uit de analyse blijkt dat aanvullend grondonderzoek naar inzicht in de kleilaag het voorland bij deze dijkvakken nuttiger is dan bijvoorbeeld onderzoek naar de korrelgrootte van de zandlaag.

Wat zou je andere waterschappen adviseren op basis van je ervaringen?
Zorg ervoor dat je gegevensvoorziening op orde is. De meeste informatie was netjes in het archief te vinden. Echter zwerven er altijd wel her en der boorgegevens en lab-analyses die tijdens een voorgaande dijkverbetering zijn uitgevoerd, maar nog niet in het GIS-systeem (IRIS) verwerkt zijn. Het opzoeken van deze gegevens kost relatief veel tijd.

Zelf aan de slag met verdere gegevensinwinning?
Wilt u als beheerder ook aan de hand van het achtergrondrapport van een dijkring, kunnen bepalen of extra gegevensinwinning mogelijkheden biedt voor een scherpere bepaling van de faalkansen van de dijkring? Neem dan contact op met Arjan Kooij, omgevingsmanager van VNK2 en het Kennisplatform Risicobenadering: Arjan.kooij@rws.nl of kpr@rws.nl.