‘Samen de grote vragen beantwoorden’

Hoe robuust is het Nederlandse riviersysteem op lange termijn? Die vraag werd na de Deltabeslissingen (2014) actueel. De onderzoekslijn ‘rivieren’ van het Nationale kennis en Innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK) wil een antwoord geven. Ongeveer tegelijkertijd vroegen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat zich af wat zij zouden moeten doen om de rivierfuncties op lange termijn in stand te houden.

RWS’er Ralph Schielen (senior-adviseur bij RWS en onderzoeker bij de TU Delft) was door zijn achtergrond, functies en netwerk de aangewezen persoon om vragen en ambities bij elkaar te brengen. Dit leidde in 2017 tot het onderzoeksprogramma Rivers2Morrow. Voor Ralph is vooral belangrijk dat de partners de handen in één slaan: ‘Alleen wanneer ministerie, universiteiten, kennisinstellingen, gespecialiseerde ingenieursbureaus en Rijkswaterstaat samenwerken, kunnen wij de grote vragen beantwoorden.’

artikel 2
Ralph Schielen

Krachten bundelen is sleutel

Rijkswaterstaat kent het systeem van grote rivieren in Nederland als geen ander. Omdat het verantwoordelijk is voor beheer en onderhoud, krijgt Rijkswaterstaat steeds te maken met knelpunten: te veel of juist te weinig water, onvoldoende vaardiepte, verdroging van de uiterwaarden. Kennisinstituut Deltares en de universiteiten beschikken over de onderzoekers en promovendi om de knelpunten en het systeem te analyseren en passende oplossingen te bedenken. Daarbij ondersteund door onderzoekers van ingenieursbureaus, die ervoor kunnen zorgen dat de kennis ook uitgewerkt wordt tot handzame concepten die toepasbaar zijn in de praktijk. Ralph: ‘Elke partij heeft z’n eigen rol. Als je krachten bundelt, kun je er samen voor zorgen dat beheer en onderhoud verbeteren en efficiënter worden.’

Inzicht in lange termijn ontwikkelingen essentieel

‘De afgelopen jaren is het besef doorgedrongen dat lange termijn ontwikkelingen zoals klimaatverandering, zeespiegelstijging en veranderende volumes in de waterafvoer, zeer relevant zijn voor de systeemkennis van de rivieren.’ Ralph vervolgt: ‘Plus dat er voortdurend in het riviersysteem wordt ingegrepen – denk aan door programma’s als Ruimte voor de Rivier, Deltaprogramma en KRW - zonder dat wij het fijne weten van de impact op bijv. morfologie. Die inzichten hebben wij niet. Noch voor de komende decennia – noch voor de lange termijn.’ Om goed rivierbeleid te formuleren en om de juiste beheer- en onderhoudsbeslissingen te kunnen nemen, kan Nederland niet om het lange termijn perspectief heen.

De maatschappelijke relevantie van de samenwerking

Rivierbeheer en -onderhoud is niet altijd goedkoop en gaat vaak gepaard met CO2-uiitstoot. Als je meer weet van de systeemwerking, kun je misschien andere maatregelen nemen, bijvoorbeeld minder baggeren. Dat scheelt geld én helpt om de ecologische voetafdruk van Rijkswaterstaat te verkleinen. Maar er is meer maatschappelijke winst te halen volgens Ralph. ‘Als je de verdroging van uiterwaarden kunt verminderen door de aanleg van een nevengeul, is dat positief voor biodiversiteit en leefomgeving.’ Daarnaast heeft zoutindringing in de zomer door de lage rivierafvoeren serieuze gevolgen. Ralph ziet ook daar een maatschappelijke verantwoordelijkheid. ‘Klimaatverandering zorgt ervoor dat de waterafvoer in de zomer afneemt. ‘Zomerstormen’ duwen zeewater als het ware de rivieren op waardoor het zoute water per saldo oprukt. Met gevolgen voor het steeds schaarser wordende zoet water voor consumptie door mens en dier en gebruik in de landbouw en de industrie.’

Tussenstand: de uitdaging…

Rivers2Morrow loopt nu zo’n drie jaar. De eerste onderzoeksresultaten kun je normaliter pas na enkele jaren verwachten. De ‘stille’ opstartfase moet het over het algemeen doen zonder nieuwe feiten en inzichten. Ralph merkt daarover op: ‘In die beginfase gebeurt ogenschijnlijk weinig. Je moet dan toch de aandacht voor het programma in de lucht houden door er voldoende over te communiceren, nieuwsbrieven te schrijven en de problematiek uit blijven leggen.’ Anders gezegd: het is belangrijk dat het commitment voor het programma bij je eigen organisatie overeind blijft. Gelukkig is dat zo.

… en onverwachte meevallers

‘Het onderzoek genereert veel ‘extra massa’ waardoor sommige zaken gemakkelijker gaan. Wij zijn nu bezig met een monitoringscampagne van de samenstelling van het rivierbed. Iets wat zonder de aandacht voor systeemkennis en Rivers2Morrow misschien veel moeilijker tot stand was gekomen.’ Rivers2Morrow gaat ook meeliften met infographics en op storylines van het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving). Het krijgt daarmee een extra communicatie-platform. En dat is weer goed voor de naamsbekendheid van Rivers2Morrow. Ralph: ‘Hopelijk vertaalt zich dat ook in extra financiële armslag!’

Famous last words

Ralph’s persoonlijke stokpaardje is samenwerking. ‘Ken je systeem. Bouw aan je netwerk om de grote vragen samen te kunnen beantwoorden. Zorg voor een goede uitwisseling van medewerkers tussen betrokken kennisinstellingen en overheden.’