Gewasbescherming

Gewasbeschermingsmiddelen die worden toegepast in de land- en tuinbouw kunnen langs een groot aantal routes in het oppervlaktewater terecht komen (emissieroutes). Op veel plaatsen in de Nederlandse oppervlaktewateren worden gewasbeschermingsmiddelen aangetroffen in hoge, vaak normoverschrijdende concentraties. Ze vormen daarmee een van de belangrijkste problemen voor de waterkwaliteit. Uit eerder onderzoek is gebleken dat het grootste deel van de belasting van het Nederlandse oppervlaktewater met gewasbeschermingsmiddelen het gevolg is van het agrarisch gebruik van deze stoffen en dat de bijdrage van huishoudens en industrie minder dan 5 % bedraagt. Grote uitzondering hierop wordt gevormd door de toepassing van onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen. Dit gebruik kan leiden tot een aanzienlijke emissie naar het oppervlaktewater

rupsen op wittel koolplant

Regelgeving

Onder bestrijdingsmiddelen vallen zowel de in de land- en tuinbouw gebruikte zogenaamde gewasbeschermingsmiddelen, als de bestrijdingsmiddelen welke worden toegepast in ondermeer huishoudens en industrie. Deze worden ook wel biociden genoemd. Voor zowel gewasbeschermingsmiddelen als biociden geldt dat zij in Nederland alleen mogen worden verkocht of toegepast als ze zijn toegelaten door het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden, het CTGB.
De toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden in Nederland staat in toenemende mate onder invloed van Europese regelgeving. De basis hiervoor wordt gevormd door de Europese regelgeving voor het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (en de daarop gebaseerde verdere regelingen en uitwerkingen), verordening 1107/2009/EG (voorheen richtlijn 91/414/EEG) en het Europese beleid voor toelating van biociden, Richtlijn 98/8/EG. In de uitwerking van deze Europese richtlijn zijn de afgelopen jaren een groot aantal actieve stoffen van bestrijdingsmiddelen van de Europese markt verdwenen. Van de actieve stoffen van bestrijdingsmiddelen die wel een EU (Europese Unie) toelating hebben wordt op de internet site van DG Sanco (Directorate-General for Health and Consumers) een overzicht gegeven. Alleen gewasbeschermingsmiddelen met een binnen de EU toegelaten actieve stof mogen door de lidstaten van de EU worden toegelaten.

Naast de regels voor het op de markt brengen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen op grond van het toelatingsbeleid, kunnen er op grond van milieuwetten zoals de Waterwet aanvullende beperkingen worden opgelegd aan het daadwerkelijk toepassen van bestrijdingsmiddelen, dit om de emissie naar het milieu te verminderen. Instrumenten hiervoor zijn de verlening van watervergunningen en de toepassing van algemene regels.

Emissies naar oppervlaktewater

Gewasbeschermingsmiddelen kunnen langs een groot aantal verschillende routes in het oppervlaktewater geraken. De omvang en het belang van deze verschillende emissieroutes loopt sterk uiteen.

Belangrijk is om hierbij onderscheid te maken tussen:

  • de bijdrage die een bepaalde emissieroute levert aan de in het oppervlaktewater optredende concentratie aan gewasbeschermingsmiddelen (bijv. in µg/liter) en
  • de bijdrage die geleverd wordt aan de belasting van het oppervlaktewater in termen van jaarvracht (bijv. kg/jaar).

Ofschoon specifieke omstandigheden, zoals de verschillen in fysische eigenschappen van afzonderlijke gewasbeschermingsmiddelen en onderscheid in de wijze van toepassing aanleiding kunnen geven tot grote verschillen, leveren uitgedrukt in termen van jaarvracht, in het algemeen de emissieroutes afspoeling, uitspoeling en atmosferische depositie de grootste belasting van het oppervlaktewater. Wanneer echter gekeken wordt naar de invloed op de concentratie van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater, dan blijkt dat andere emissieroutes zoals drift (overwaaien van spuitnevel), morsen en de lozing van spoelwater verantwoordelijk zijn voor kortdurende piekbelastingen met hoge concentraties in het oppervlaktewater. En het zijn juist deze hoge piekconcentraties welke de oorzaak zijn van het optreden van ecologische schade en het niet langer geschikt zijn van het oppervlaktewater voor bepaalde vormen van gebruik (zoals bijv. natuur, drinkwaterwinning of veedrenking).

Meer informatie over emissieroutes naar het oppervlaktewater en de invloed hiervan op de in het oppervlaktewater optredende concentraties aan gewasbeschermingsmiddelen is vermeld in het als link toegevoegde rapport met informatie over de achtergronden en doelstellingen van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij. Ook emissiebeperkende maatregelen, zoals teeltvrije zones en technische aspecten zoals spuitboomhoogte, driftarme spuitdoppen en windsnelheid komen in dit rapport aan de orde.

Een apart probleem wordt gevormd door de toepassing van onkruidbestrijdingsmiddelen (herbiciden) op verharde oppervlakken, veelal enigszins verwarrend in jargon aangeduid als een toepassing in de sector Openbaar Groen.