Kans op wateroverlast

Door extremere neerslagintensiteiten en grotere neerslaghoeveelheden door klimaatverandering, neemt de kans op wateroverlast toe. Verschillende factoren spelen daarbij een rol.

Verdergaande verdichting van stedelijk gebied leidt er toe dat de beschikbare ruimte voor maatregelen steeds kleiner wordt, terwijl meer neerslag verwerkt moet worden. Door bodemdaling worden bepaalde gebieden gevoeliger voor hoge waterstanden. Verder is de sponswerking van het watersysteem sterk verminderd, waardoor langdurige en grote hoeveelheden neerslag minder goed kunnen worden opgevangen.

Het thema wateroverlast is opgepakt in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) van 2003 en het NBW Actueel van 2008. Dit vloeide voort uit de Commissie waterbeheer 21e eeuw en de kabinetsnota Anders Omgaan met Water. De normen voor wateroverlast, die met het NBW zijn geïntroduceerd, zijn sinds eind 2009 (inwerkingtreding Waterwet) wettelijk vastgelegd in de provinciale water- of omgevingsverordeningen. Deze normen verschaffen duidelijkheid over de gewenste invulling van de taken en bevoegdheden van overheden, die van invloed zijn op de waterbergings- en afvoercapaciteit.

Het oorspronkelijke doel om in 2015 het watersysteem in kwantitatieve zin op orde te hebben is bijna geheel gehaald. Uit de jaarlijkse benchmark van de Unie van Waterschappen blijkt dat voor de waterschappen gemiddeld geldt dat 99% van het watersysteem voldoet aan de normen voor wateroverlast. Daar waar de beheeropgave nog niet helemaal op orde is, is dit deels te wijten aan problemen met grondverwerving.

In het Bestuursakkoord Water (2011) is aangegeven dat provincies de kaders stellen voor het voorkomen van regionale wateroverlast. Dit heeft een belangrijke relatie met de rol van de provincies in de ruimtelijke ordening en als gebiedsregisseur. De waterschappen voeren de maatregelen uit om aan de normen te voldoen.

De verantwoordelijkheden van de gemeente voor hemelwater en grondwater in bebouwd gebied staan in artikel 3.5 en artikel 3.6 van de Waterwet (zorgplicht). De gemeenten kunnen daarbij ook nieuwe instrumenten inzetten, zoals de mogelijkheid van een verordening voor de afvoer van hemel en/of grondwater en de verbrede rioolheffing. De burger kan bijdragen aan de aanpak van wateroverlast door tijdelijke en incidentele wateroverlast te accepteren of door zelf maatregelen te treffen. Bijvoorbeeld door op het eigen terrein water vast te houden of bijvoorbeeld door het aanbrengen van een dorpel bij de deur.

Vergroten bergingscapaciteit

Mogelijk zijn er plekken waar de waterbergingsopgave nog niet geheel is uitgevoerd. Dan is het aan de waterschappen om meer ruimte voor water in het regionale watersysteem te maken. Hier zijn vooral fijnmazige maatregelen nodig.

Daar waar extra ruimte voor waterberging nodig is, zijn de provincies en gemeenten verantwoordelijk voor de afweging van de ruimtelijke aspecten. De uitkomst van deze afweging krijgt een plek in ruimtelijke plannen. Het gaat hierbij om de provinciale structuurvisie en het gemeentelijke bestemmingsplan, maar ook het regionaal waterplan (waarvan de ruimtelijke aspecten een structuurvisie zijn).

Het uitdrukkelijk benoemen van gebieden die kwetsbaar zijn voor wateroverlast, biedt de bij gebiedsontwikkelingen betrokken partijen inzicht in de wateropgave. Ook stimuleert dit het zoeken naar functiecombinaties met water. Zie verder bij Wateroverlast en ruimtelijke ordening.

Stedelijke gebieden

Gemeenten hebben de gemeentelijke zorgplichten voor hemelwater en grondwater uitgewerkt in (verbrede) gemeentelijke rioleringsplannen (GRP). De GRP's zijn bepalend voor de stedelijke wateropgave op het gebied van afstromend regenwater en grondwater.

Het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) bevordert dat overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties vanaf 2020 klimaatbestendig en waterrobuust handelen. In het DPRA werken Rijk en koepels samen. Dit gebeurt door uitvoering van de DBRA (2014). En door het doorzetten van de aanpak uit de algemene Intentieverklaring ruimtelijke adaptatie. Op het zogenoemde Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie vindt u mogelijkheden om klimaatbestendig en waterrobuust te handelen.

Stresstest

In het kader van het Deltaprogramma is in 2018 de nieuwe versie van de Handreiking Ruimtelijke Adaptatie gepubliceerd. Deze handreiking is bekend als ‘klimaatstresstest’. De handreiking biedt praktische ondersteuning voor het onderzoek naar de klimaatbestendigheid van bebouwd gebied.  De 'klimaatstresstest’ helpt bij het verzamelen van kennis en informatie om te bepalen waar de kwetsbare plekken zijn voor:

  • overstromingen,
  • wateroverlast,
  • droogte,
  • hitte.

Ook staan er mogelijke maatregelen in om de leefomgeving aan te passen aan het veranderende klimaat.