Hemelwateroverlast in de woning

De jaarlijkse neerslag in Nederland neemt toe. De regenval kan leiden tot wateroverlast en uiteindelijk zelfs tot schade. Het water kan vanaf de openbare weg de woning in lopen, maar ook kan water via de leidingen (particulier riool) een woning instromen. Dit onderscheid is van belang voor de vraag hoe de verantwoordelijkheden en zorgplichten zijn verdeeld voor gemeenten en burgers.

Hemelwateroverlast vanaf de openbare weg

Gemeenten hebben een zorgplicht voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. In de wet- en regelgeving zijn geen normen opgenomen over het functioneren van rioolstelsels, zoals bijvoorbeeld eisen aan de maximaal toelaatbare frequentie van wateroverlast of het minimale niveau waarop regenwatervoorzieningen moeten zijn ontworpen. Gemeenten geven in het verplicht voorgeschreven rioleringsplan (GRP) een eigen invulling aan de gemeentelijke watertaken. Hierbij hebben zij beleidsvrijheid (binnen kaders van goed bestuur).

In de praktijk maken gemeenten gebruik van de Leidraad Riolering van Stichting Rioned. De leidraad maakt duidelijk dat het rioleringsstelsel niet berekend hoeft te zijn op extreme neerslag. De riolering is bedoeld om bij ‘normale’ neerslag het water van wegen en daken af te voeren. Overlast en schade door extreme buien worden gerekend tot overmachtssituaties waartegen de gemeente zich in redelijkheid niet hoeft te verweren.

Sinds 2008 hebben de gemeenten ook een hemelwaterzorgplicht. In relatie tot hemelwater dat vanaf de openbare weg naar particulier terrein stroomt, heeft deze zorgplicht juridisch geen betekenis. De zorgplicht ziet namelijk op hemelwater dat bij degene die zich hiervan wil ontdoen valt en dat diegene niet zelf kan verwerken op eigen terrein.

De bestuursrechtelijke hemelwaterzorgplicht is niet van toepassing op situaties waarin water vanuit de openbare ruimte naar particulier terrein stroomt. Omdat er ook geen andere bestuursrechtelijke weg is om de wateroverlast op een laaggelegen perceel aan de orde te stellen, blijft veelal alleen de privaatrechtelijke weg over.

Op grond van de artikelen 5:37 en 5:38 van het Burgerlijk Wetboek (BW) moeten lagere erven het water ontvangen dat van hogere erven van nature afloopt. Ook een openbare weg geldt als een erf. De overlast kan in redelijkheid niet op de gemeente worden afgewenteld. Alleen als sprake is geweest van een onrechtmatige wijziging in de loop of de hoeveelheid van het openbare terrein stromend water (art. 5:39 BW) kan dit oordeel anders luiden. Gemeenten moeten dan ook erg alert zijn bij werken aan de openbare weg. Zie bijvoorbeeld de uitspraken van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2016:5057) en de Rechtbank Middelburg (ECLI:NL:RBMID:2009:BJ5625).

De burger heeft ook nog een eigen verantwoordelijkheid om overlast en schade zoveel mogelijk te voorkomen.

Hemelwateroverlast via de leiding (riolering)

Ook via de particuliere afvoer- en aansluitleidingen kan hemelwater de woning inlopen. Het Bouwbesluit 2012 bevat voorschriften waaraan de gebouwriolering moet voldoen. Zowel nieuwe als bestaande bouwwerken moeten een zodanige voorziening voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater hebben dat dit water zonder nadelige gevolgen voor de gezondheid is af te voeren. Voor nieuwbouw zijn er aan de afvoer van afvalwater vanuit laaggelegen lozingstoestellen en goten of putten voor hemelwater specifieke eisen gesteld (waaronder een pomp en terugstuwbeveiliging).

Dergelijke voorzieningen zijn lang niet altijd aanwezig, zeker niet bij bestaande bouwwerken. Ook hiervoor geldt dat dergelijke preventieve voorzieningen, met een beroep op de zorgplicht van de Woningwet (artikel 1a lid 1), wel aanwezig zouden moeten zijn. De eigenaar van een bouwwerk is zelf verantwoordelijk om die voorzieningen te treffen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat er geen gevaar voor de gezondheid ontstaat.