Lozen op vuilwaterriool

In de afvalwaterwetgeving maakt men onderscheid in schoon water en vuil water met bijbehorende riolen. Een riool is een voorziening voor inzameling en transport van afvalwater. Het gaat dan over het stelsel voor vuil water.

Volgens de Wet milieubeheer is het een riool als aan twee voorwaarden wordt voldaan (zie wettelijke definities):

  • er moet afvalwater mee worden ingezameld en
  • er moet afvalwater mee getransporteerd worden.

Soorten rioolstelsels

In de wet wordt verschil gemaakt tussen lozing van afvalwater in verschillende soorten riolering. Officieel is een riool een voorziening voor het beheer van afvalwater:

  • Openbaar hemelwaterstelsel:
    voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast
  • Openbaar ontwateringsstelsel:
    voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van grondwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool , in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast
  • Openbaar vuilwaterriool:
    voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast.

Openbaar vuilwaterriool

De meeste riolering beheert de gemeente. Daarmee zijn het openbare stelsels. Riolering die niet van de gemeente is valt ook onder deze definitie.  Een rioolstelsel in particulier beheer op een bedrijventerrein bijvoorbeeld, kan een openbaar vuilwaterriool zijn.

Het stedelijk afvalwater wordt eerst door de gemeente ingezameld met het vuilwaterriool. Het verzamelde afvalwater loost de gemeente op het zuiveringtechnisch werk (Rioolwaterzuiveringsinstallatie of RWZI) van het waterschap. De RWZI zuivert het afvalwater en loost het op oppervlaktewater.

In het verleden werd dit lozen geregeld met een aansluitvergunning. Door een goede samenwerking in de waterketen bestaat deze vergunning niet meer.

Definitie in waterwet

"Openbaar vuilwaterriool" is met dezelfde begripsomschrijving ook gedefinieerd in de Waterwet:

  • een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater,
  • een zuiveringtechnisch werk of een zuiveringsvoorziening.

Definitie in besluiten

In het Activiteitenbesluit, het Besluit lozing afvalwater huishoudens en het Besluit lozen buiten inrichtingen, staat nog de volgende definitie voor vuilwaterriool:

  1. een openbaar vuilwaterriool
  2. een andere voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, aangesloten op een zuiveringvoorziening, die blijkens een vergunning als bedoeld in artikel 6.2 van de Waterwet mede voor het zuiveren van stedelijk afvalwater is bedoeld, of aangesloten op een zuiveringtechnisch werk of
  3. een werk, niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, aangesloten op een zuiveringtechnisch werk.

- ad. 2: Dit gaat om bijvoorbeeld particuliere riolering op bedrijfsterreinen of bedrijfsrioleringen waar andere bedrijven op lozen.
- ad. 3: Dit gaat om afvalwater dat direct op de RWZI (zuiveringtechnisch werk) zonder tussenkomst van riolering, terecht komt. Het lozende bedrijf heeft dan een eigen pijpleiding direct op de RWZI. De waterbeheerder is voor deze lozing het bevoegd gezag.

Het afvalwater in een vuilwaterriool wordt altijd gezuiverd voor het in het milieu wordt geloosd. In het algemeen zal dat gebeuren met een zuiveringtechnisch werk (RWZI) zoals bepaald in de Waterwet.

Lozen in een vuilwaterriool

Een vuilwaterriool is vooral bedoeld om huishoudelijk afvalwater naar een RWZI te brengen. Een RWZI is vooral ontworpen voor huishoudelijk afvalwater te zuiveren. Naast huishoudelijk afvalwater mag men vaak ook bedrijfsafvalwater in het vuilwaterriool lozen. Zeker als het wat biologische afbreekbaarheid betreft overeenkomt met huishoudelijk afvalwater.

Als andere lozingsroutes milieuhygiënisch ongewenst zijn en/of zuivering door de lozer een te grote inspanning vergt mag men ook lozen op het riool. Een RWZI verwijdert vaak ook niet-afbreekbare stoffen. Afvalwater dat een RWZI loost is vaak op groot oppervlaktewater, waardoor er (nog)minder effect zal zijn.

In het laatste geval vindt er in de RWZI geen echte zuivering plaats. Een deel van de verontreinigingen komt dan in het slib van de RWZI terecht. Zo voorkomt lozing via het vuilwater riool vervuiling van het oppervlaktewater. Daarom is een vuilwaterriool gedefinieerd als een stelsel voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater.

Belangrijk bij lozingen op het riool is de capaciteit van de riolering. Als deze niet groot genoeg is, kan dat de reden zijn om de lozing van bepaalde afvalwaterstromen niet meer toe te staan. Het stelsel is immers in eerste instantie bedoeld voor huishoudelijk afvalwater.

Toepassen voorkeursvolgorde

Om de kans te verkleinen dat afvalstoffen in het milieu te recht komen is een voorkeursvolgorde bepaald. De voorkeursvolgorde geeft aan om, daar waar mogelijk, afvalwater bij de bron te zuiveren. En het nu schone afvalwater in het milieu of proces terug te brengen.

Er is een beleidsmatige voorkeur voor directe lozing in het milieu, eventueel na een zuiveringsstap bij de lozingsactiviteit. Tenzij het afvalwater is waarvoor de RWZI is ontworpen.

Gemengd stelsel

Het vuilwaterriool is voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater. Het is niet bedoelt voor de afvoer van (schoon) grondwater en hemelwater. Vooral in bestaande stedelijke gebieden loost men het hemelwater en grondwater nog op het vuilwaterriool.

Er is dan sprake van een gemengd stelsel, maar dat is geen begrip in de wetgeving. Lokaal kan men zo wel invulling geven aan de gemeentelijke zorgplicht voor hemelwater en de zorgplicht grondwater.

Het is eigenlijk de bedoeling om schoon water ter plaatse terug in het (bodem)milieu te brengen. Of om het schone afvalwater af te voeren met hulp van een schoonwaterstelsel richting oppervlaktewater.

Lozen in ander riool dan vuilwaterriool.

Algemeen verbod

Binnen de algemene regels is het verboden om verontreinigd afvalwater in een schoonwaterstelsel te lozen. Dit lozen moet via het vuilwaterriool. Per lozingsactiviteit wordt het verbod om te lozen opgeheven.

De voorwaarden die voor een lozing in een schoonwater riolering gelden, zijn vaak gelijk aan de eisen bij lozen in oppervlaktewater. Logisch want veelal komen deze lozingen uiteindelijk ongezuiverd uit op een oppervlaktewater.

Kijk voor meer informatie ook op de pagina's over:

Individuele toestemming

Lozen van afvalwater in een schoonwaterstelsel mag niet. Het bevoegde gezag kan met maatwerkvoorschrift bij het verbodsartikel een lozing toch toestaan. Daar is wel motivatie voor nodig. Toestemming kan ook per verordening worden gegeven.

Overleg tussen de rioolbeheerder en de waterkwaliteitsbeheerder is daarbij aan te raden. Ook het gemeentelijk rioleringsplan komt zo tot stand.

Zie ook Lozingsroutes en bevoegd gezag.

Particulier riool versus openbaar riool

De lozingsvoorwaarden voor vuilwaterriool gelden voor het gemeentelijk riool, maar ook voor een particulier stelsel. Daarbij maakt het niet uit of het particuliere stelsel aansluit op het gemeentelijk riool of direct aansluit op een afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi). De lozingsvoorwaarden zijn namelijk bedoeld voor de bescherming van het milieu, de waterzuivering én het rioolstelsel.

Een voorbeeld: een onderhoudsbedrijf dat is gevestigd op het terrein van een olieraffinaderij. Het onderhoudsbedrijf loost dan op de (bedrijfs-)riolering van de raffinaderij en, volgens de wetgeving, op een vuilwaterriool. Voor de lozingen op dit riool is het voor de lozers ook niet van belang of ze uitkomen op een openbaar stelsel. Voor deze bedrijven gelden in beginsel de voorschriften uit het Activiteitenbesluit voor lozen in het vuilwaterriool. Deze vallen onder Wabo bevoegd gezag. De basis hiervoor is de definitie van "vuilwaterriool" in de besluiten.Als een (bedrijfs-)riool op oppervlaktewater loost, heeft de inrichting die eigenaar is van het (bedrijfs-)riool hiervoor wél een watervergunning nodig. Voor de andere op dit (bedrijfs-)vuilwaterriool aangesloten inrichtingen is dit niet nodig. Voor deze inrichtingen geldt nog steeds dat er sprake van een indirecte lozing. Deze vallen onder Wabo bevoegd gezag.

De praktijk

Soms moet het bedrijf haar schone afvalwater toch lozen op het vuilwaterriool. Ook als het afvalwater door zuivering bij de bron voldoende schoon is. Bijvoorbeeld om direct in de bodem of het oppervlaktewater geloosd te worden. Het bevoegde gezag vreest alleen dat wanneer de afvalwaterzuivering bij het bedrijf niet werkt er vervuiling van het milieu optreedt.

Soms is het in de praktijk nog zo dat schone afvalwaterstromen worden afgevoerd naar een Rioolwaterzuivering, RWZI. Deze schone afvalwaterstromen zouden met een beperkte (zuiverings)inspanning ook direct in het milieu geloosd kunnen worden.

Het vuilwaterriool en de RWZI dient dan als een soort veiligheidsbuffer. Bij een calamiteit moet het afvalwater nog een heel traject doorlopen voordat het in het milieu komt. Daardoor kan men tijdig maatregelen nemen.

Tegenover deze voordelen staan ook nadelen. Er is sprake van:

  • onnodig transport van water over grote afstanden
  • extra hydraulische belasting van het openbaar vuilwaterriool
  • extra hydraulische belasting van het zuiveringstechnisch werk

Nadelig effect dun water

Lozing van licht verontreinigd afvalwater, zogenaamd ‘dun’ water, op een vuilwaterriool heeft een aantal nadelige effecten. Zo kan ’dun’ water tijdens het transport in het vuilwaterriool naar de RWZI bijdragen aan overstortingen.

Vooral wanneer hemelwater wordt afgevoerd met het vuilwaterriool bestaat dit gevaar. Bijvoorbeeld doordat er opeens grote hoeveelheden water moeten worden afgevoerd. Maar een overstorting kan ook voorkomen bij lozing van grote hoeveelheden grondwater.

Op de zuivering verlaagt ’dun water’ het zuiveringsrendement. Dit komt doordat vermenging met vuil water leidt tot extra uitsleep van verontreinigende stoffen. Bovendien zijn met zowel transport als zuivering van dun water grote maatschappelijke kosten gemoeid.

Zeker als men kijkt naar de benodigde capaciteit van het transport- en zuiveringssysteem en de transport- en zuiveringskosten.

Historie soorten rioolstelsels

Tot 1 januari 2008 maakte de wet geen onderscheid in verschillende rioolstelsels en werd gesproken van een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater. In de praktijk werd natuurlijk wel onderscheid gemaakt in een schoonwaterriool, zoals een hemelwaterstelsel, en een vuilwaterriool.


Soorten riool