Kans op muggenoverlast meewegen

Vraag

Is de vrees voor muggenoverlast een belang dat het waterschap moet meenemen in besluitvorming (verlenen watervergunning) en zo ja, in welke mate?

Antwoord

Volgens art. 6.21 Waterwet moet een watervergunning worden geweigerd, als het verlenen ervan niet verenigbaar is met de doelstellingen in artikel 2.1 Waterwet. Volgens jurisprudentie van de Raad van State is dit een strikt toetsingskader: de watervergunning mag niet worden geweigerd om andere redenen dan strijd met de doelstellingen van de Waterwet. Het voorkomen of beperken van muggenoverlast is geen belang dat onder de doelstellingen van de Waterwet valt. De watervergunning voor Peelvenen mag daarom niet worden geweigerd enkel vanwege het feit dat er muggenoverlast kan optreden.

Als de watervergunning wordt verleend, kunnen daaraan voorschriften worden verbonden. Voor het verbinden van voorschriften aan de vergunning geldt een ruimer beoordelingskader. In de memorie van toelichting bij de Waterwet is dit als volgt verwoord (kamerstukken II 2006-2007, 30818, nr. 3, p. 123):
"Voor de volledigheid zij nog opgemerkt dat de bevoegdheid om voorschriften of beperkingen aan een vergunning te verbinden ook kan worden aangewend ter bescherming van de belangen van derden; zij is niet beperkt tot de belangen van het waterbeheer (...). Dit volgt reeds uit artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht, dat een afweging van de rechtstreeks bij een besluit betrokken belangen voorschrijft. Een vergunning mag weliswaar niet worden geweigerd omwille van de belangen van derden (tenzij dat uitdrukkelijk als weigeringsgrond is opgenomen), maar met de belangen van derden dient wel rekening te worden gehouden waar het gaat om de wijze waarop de te vergunnen handeling zal worden uitgevoerd en de in verband daarmee aan de vergunning te verbinden voorschriften."

Het waterschap moet dus wel beoordelen of de kans op muggenoverlast kan worden beperkt door het verbinden van voorschriften aan de watervergunning.