Meldingsplicht opeenvolgende lozingen

Vraag

Een bedrijf heeft gedurende het jaar enkele tientallen tijdelijke
lozingen op het riool. Kan het bedrijf alle individuele lozingen melden op grond van artikel 3.2 lid 7 Activiteitenbesluit?

Antwoord

Het bedrijf zal alle lozingen moeten melden. Dit kan in één keer of bij iedere lozing afzonderlijk. Iedere lozing die op zichzelf aan de grenzen van art. 3.2 lid 7 Activiteitenbesluit over debiet en duur voldoet, is toegestaan. Voor individuele lozingen die niet aan de grenzen van art. 3.2 lid 7 AB voldoen, moet het bedrijf vooraf een maatwerkvoorschrift aanvragen op grond van art. 3.2 lid 8 AB.

De gemeente (bij lozing op de riolering) of het waterschap (bij lozing rechtstreeks op de RWZI) kan bij maatwerkvoorschrift op grond van art. 3.2 lid 8 AB de grenzen van debiet en duur aanpassen. Bij het stellen van dit maatwerkvoorschrift kan rekening worden gehouden met de cumulatie van opeenvolgende individuele lozingen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om in zo'n maatwerkvoorschrift te bepalen dat de duur van iedere lozing maximaal 4 weken mag zijn, of dat de individuele lozingen samen op ieder tijdstip niet meer mogen zijn dan 5 (of 10, of 1) m3/h. En aangezien artikel 3.2 Activiteitenbesluit niets bepaalt over bijvoorbeeld de tijdspanne tussen individuele lozingen of de totale hoeveelheid water die op jaarbasis mag worden geloosd, kunnen hierover ook maatwerkvoorschriften worden gesteld, op grond van de zorgplicht (art. 2.1 lid 4 Activiteitenbesluit). Deze aspecten van de lozing zijn immers niet uitputtend geregeld.