Structuurvisies Wet ruimtelijke ordening en Waterwet

Vraag

Hoe verhouden de verschillende structuurvisies (op grond van de Wet ruimtelijke ordening en de Waterwet) zich tot elkaar? Dit ook in het licht van het vervallen van het ‘haasje-over-principe'.

Antwoord

De Wet ruimtelijke ordening kent wel structuurvisies, de Waterwet niet. Wel is in de Waterwet bepaald dat de onderdelen uit het Nationaal waterplan en het Regionale waterplan die ruimtelijke impact hebben (zoals waterberging, ruimte voor water, realiseren waterstaatswerken, e.d.) een structuurvisie zijn in de zin van de Wet ruimtelijke ordening. Als er een nieuwe provinciale structuurvisie wordt opgesteld is de provincie gehouden goed acht te slaan op eventuele ruimtelijke wateraspecten uit het eigen regionale plan. Ofwel: als rijk en provincies in hun waterbeleid ruimtelijke claims vastleggen, binden zij hiermee direct (alleen) zichzelf voor hun ruimtelijke ordening-beleid. Zorgvuldigheid en een goede afstemming zijn van belang om te voorkomen dat tegenstrijdig beleid wordt opgesteld. Doordat de waterplannen van rijk, provincies en waterschappen nu tegelijk worden vastgesteld, is het 'haasje-over-principe' niet langer in beeld.

Zie de pagina plannen in het Handboek Water.