Bezinksloot of retentievijver

Vraag

Valt een bezinksloot of retentievijver die binnen de inrichtingsgrens van een veehouderijbedrijf ligt, en die niet aangesloten is op een watergang/sloot, onder de definitie van een oppervlaktewaterlichaam?

Antwoord

De vraag of een bezinksloot of retentievijver een oppervlaktewaterlichaam is, moet (net als onder de Wet verontreiniging oppervlaktewateren) worden beantwoord aan de hand van de criteria die de Hoge Raad in 1982 (AB 1983, 265) heeft geformuleerd:
"Als oppervlaktewater in de zin der wet is te beschouwen een - anders dan louter incidenteel aanwezige - aan het aardoppervlak en aan de open lucht grenzende watermassa (met inbegrip van een bedding waarin zodanige watermassa al dan niet bij voortduring voorkomt), tenzij daarin als gevolg van rechtmatig gebruik ten behoeve van een specifiek doel geen normaal samenhangend geheel van levende organismen en een niet-levende omgeving (ecosysteem) aanwezig is, dan wel het een ter berging van afval gegraven bekken betreft waarin slechts in een overgangsfase water aanwezig is en zich nog geen normaal ecosysteem heeft ontwikkeld."
Als de vijver of sloot aan deze definitie voldoet, is het een zelfstandig oppervlaktewaterlichaam. Als de vijver of sloot niet aan deze definitie voldoet, is inderdaad het aanwezig zijn van een verbinding met een andere watergang van belang. Een open verbinding met een andere watergang leidt er toe dat de vijver of sloot toch als oppervlaktewaterlichaam wordt aangemerkt.

Interessante jurisprudentie in dit verband is de uitspraak van de Raad van State van 26 mei 2010 (BM5629):
"Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat vergunninghouder gebruik maakt van een infiltratievoorziening ten behoeve van de afvoer van hemelwater. Dit betekent dat het hemelwater van het verharde terrein wordt afgevoerd naar een zaksloot die aan de zijkant van de inrichting is gelegen, waarna het water op natuurlijke wijze in de bodem zakt. De zaksloot staat niet in verbinding met enig ander oppervlaktewater in de zin van de Wvo. Voorts is niet gebleken dat in de zaksloot een normaal ecosysteem aanwezig is. Gelet op deze omstandigheden is de voor de hemelwaterberging bestemde zaksloot naar het oordeel van de Afdeling geen oppervlaktewater in de zin van de Wvo."

Zie de pagina Oppervlaktewaterlichaam in het Handboek Water: