Beoordelingsronde 2017 - 2023

Beheerders van primaire waterkeringen moeten minimaal eens in de twaalf jaar beoordelen of hun keringen voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen. Dat schrijft de Waterwet voor. De manier waarop zij deze beoordeling moeten uitvoeren, is vastgelegd in een wettelijk instrumentarium. In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat actualiseert Rijkswaterstaat dit instrumentarium voor iedere beoordelingsronde. Dat gebeurt op basis van nieuwe kennis, onderzoeksresultaten en ervaringen met het vigerende instrumentarium voor de beoordeling van primaire keringen. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is aangewezen om toezicht te houden op de beoordeling.

De huidige beoordelingsronde is begin 2017 gestart en duurt tot 1 januari 2023. Deze beoordelingsronde is de eerste ronde op basis van de overstromingskansbenadering. Deze eerste ronde wordt gebruikt om een eerste veiligheidsbeeld van de keringen te schetsen, ervaring op te doen met de nieuwe systematiek en te leren voor de toekomst. De keringen moeten in 2050 aan de normen in de Waterwet voldoen. Er is tijd om de keringen die niet voldoen, te verbeteren.

In 2023 rapporteert de minister het landelijk beeld aan de Eerste en Tweede Kamer. Deze landelijke rapportage in 2023 geeft een eerste oordeel met zicht op de opgave en meest urgente trajecten. In de gevallen waarin in deze ronde nog geen goed en gedetailleerd eindoordeel kan worden gegeven, kan het veiligheidsoordeel in de volgende beoordelingsronde worden aangevuld en verfijnd.

Keringbeheerders kunnen waterkeringen die niet aan de normen voldoen aanmelden bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma, het HWBP.


Communicatiedossier

De afgelopen jaren zijn diverse communicatiemiddelen ontwikkeld over het WBI, de nieuwe normering en het waterveiligheidsbeleid.

Links

Vraag en antwoord