Noord Holland - Amsterdam -aanpak bodemenergiesystemen

Bij de aanleg en het onderhoud van een bodemenergiesystemen komt afvalwater vrij. Vooral de afvalwaterstromen bij het ontwikkelen en het onderhoud van open systemen zijn omvangrijk, waardoor het vinden van een geschikte lozingsroute lastig kan zijn. Bodemenergiesystemen worden vaak aangelegd in het stedelijk gebied, waar de lozingsmogelijkheden soms beperkt zijn.

Open bodemenergiesystemen

Het grondwater in Amsterdam is vaak brak of zout of is verontreinigd door menselijke activiteiten in het verleden. Dit kunnen belemmeringen zijn voor de lozing. Bij open bodemenergiesystemen is de omvang van de lozing is in het algemeen echter de grootste belemmering voor het vinden van een geschikte lozingsroute.

De voorkeur voor het vrijkomende (afval)water is:

  • Terug in de bodem.
  • Direct naar het oppervlakte water.
  • Via een hemelwaterstelsel naar het oppervlaktewater.
  • Via het vuilwaterstelsel naar een zuivering.
  • Afvoeren per as naar zuivering.

Voor de aanleg van een open bodemenergiesysteem is altijd een watervergunning nodig met in beginsel de provincie als bevoegd gezag. Alhoewel de wetgeving daartoe niet verplicht, is het beleidsmatig gewenst en behoort het tot behoorlijk bestuur dat deze watervergunning slechts verleend wordt als met alle betrokkenen is afgestemd hoe met het eventuele afvalwater ten gevolge van dat systeem wordt omgegaan, zowel bij de aanleg als in de gebruiksfase. Als dit spoelwater wordt teruggebracht in de bodem of wordt geloosd in het oppervlaktewater, wordt de lozing bij voorkeur geregeld in dezelfde watervergunning als voor de onttrekking.

Wordt geloosd in een rioolstelsel dan zijn deze lozingen toegestaan op grond van het Activiteitenbesluit of het Besluit lozen buiten inrichtingen, met de gemeente als bevoegd gezag.

In de gevallen waar het lozen in rioolstelsels aan de orde is, zal dus ook de gemeente (rioolbeheerder) betrokken moeten zijn bij het overleg rond de watervergunning. Zij hebben daarin geen formele rol, maar kunnen als bevoegd gezag voor lozingen op het riool, een lozing in een rioolstelsel wel weigeren.

Daarnaast kan ook de waterbeheerder betrokken worden wanneer lozing naar oppervlaktewater of ,via het riool, naar de rioolwaterzuivering wordt geloosd.

Samenwerkingspartners

- Provincie Noord Holland (PNH)
- Waternet : Waterschap Amstel Gooi en Vechtstreek ( AGV) en gemeente Amsterdam
- Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNZKG)

Beschrijving van dit voorbeeld

Huidige Situatie

Door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en voorheen door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van gemeente Amsterdam wordt een terughoudend beleid gevoerd voor realisatie van open bodemenergiesystemen. De lozingen vanuit open bodemenergiesystemen vormen een probleem.

In het landelijke milieubeleid wordt de aanleg van open bodemenergiesystemen gestimuleerd. In Amsterdam zijn daardoor veel open bodemenergiesystemen gerealiseerd of worden ontwikkeld. De laatste tijd worden er meer gesloten bodemenergiesystemen gerealiseerd, waarbij het lozen op het riool geen issue is.

De aanvragen voor lozingen van grondwater worden samen met de waterbeheerder beoordeeld, afdeling Waterwetvergunningen van het hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht (AGV). Bij de beoordeling wordt de lozingsvoorkeur bepaald. Kan geloosd worden in het hemelwaterriool of naar oppervlaktewater. Het realiseren van een retourbron is niet realistisch bij een open bodemenergiesysteem uitgevoerd als een mono bron. Het realiseren van een retourbron bij de doublet uitgevoerde systemen stuit op landelijk niveau op weerstand vanwege kosten en niet goed functioneren..

Bij lozing op het gemengd vuilwaterriool wordt in Amsterdam altijd een debiet van maximaal 5 m3/uur toegestaan. De Omgevingsdienst staat niet meer toe ondanks dat een groter debiet wordt aangevraagd. De reden voor het instellen van een maximaal debiet is de bescherming van de RWZI en het oppervlaktewater. De gevolgen en kosten voor het rioolstelsel en riool technische werken wordt in deze afweging niet meegewogen.

De wetgever heeft niet expliciet een lozing op het riool verboden. Besluit 25 maart 2013, wijziging aantal maatregelen van bestuur i.v.m.regels in zake bodemenergiesystemen en enkele technische verbeteringen . Er is ook expliciet vermeld is dat de gemeente een dergelijke lozing op het riool mag weigeren (uiteraard als aantoonbaar is dat de lozing de doelmatigheid negatief beïnvloed). Voor meer informatie is een landelijk handreiking omgaan met lozingen gevolgd.

Wat is de gewenste situatie

Er moet in Amsterdam een integrale afweging gemaakt worden voor deze afvalwaterstroom. De afweging moet plaatsvinden met alle werkelijke gevolgen en kosten. In de afweging moet niet alleen naar de capaciteit gekeken worden maar ook naar de milieueffecten van dichtslibbende stelsels en aantasting van pompen door bijvoorbeeld zout.

Het lozen op een vuilwaterriool, als het afvalwater niet terug kan in de bodem of naar het oppervlaktewater kan is zinvoller dan per as afvoeren. Randvoorwaarde is dat door de afvalwaterkwaliteit het riool niet beschadigd wordt. Niet alleen de kosten maar ook de milieueffecten om riolen en riooltechnische werken extra te onderhouden wegen mogelijk niet op tegen de positieve milieu effecten of zijn erger dan de nadelige effecten van de andere mogelijk routes. In die situaties zou een andere route gekozen moeten worden.

Wat is de aanpak en concrete actie

In Amsterdam geeft Waternet, als rioolbeheerder duidelijk aan welke lozingen wel en welke lozingen niet wenselijk zijn op het vuilwaterriool. Waternet doet dit door voorlichting te geven bij de verschillende bevoegde gezag organisaties en door samen te werken met het bevoegde gezag.

Wat is het resultaat?

In Amsterdam wordt terughoudend beleid ten aanzien van de lozing van grondwater vrijkomend bij open bodemenergiesystemen uitgevoerd. Maar bij het beoordelen van een lozing is het rioolbelang onderbelicht gebleven. De vergunningverlener gaat er van uit dat te allen tijde dit afvalwater op het vuilwaterriool geloosd moet worden (wetgeving), echter in bepaalde gevallen kan een lozing door de gemeente geweigerd worden.

Er moet een integrale milieu-afweging gemaakt worden waarin ook de mogelijke negatieve effecten van lozen op het vuilwaterriool goed beschouwd worden. Dit kan betekenen dat er een andere route de voorkeur heeft of dat op een bepaalde locatie een bodemenergiesysteem helemaal niet wenselijk is vanwege de negatieve milieueffecten.

Waarom willen we dit project delen

Vanuit de landelijke beleidsondersteuning lijken tegenstrijdige informatie te geven. In het ene document wordt verplicht het afvalwater dat het vuilwaterriool schaadt via het stelsel af te voeren. In het andere document wordt gesteld dat te allen tijde dergelijke lozingen door de gemeente geweigerd kunnen worden. Het zou de gemeente helpen als welke keuzes gemaakt kunnen worden.

Natuurlijk zijn bodemenergiesystemen duurzaam en nuttig en moet de bodem en oppervlaktewater beschermd worden. Naast de bescherming van bodem en oppervlaktewater moet ook het rioolstelsel en de achterliggende zuivering beschermd worden. Er mag niet automatisch van uit gegaan worden dat als een stroom niet via route 1, 2 en 3 afgevoerd kan worden deze dus op het vuilwaterstelsel geloosd kan worden. Om meestal dezelfde redenen als waarom een stroom niet in de bodem of op het oppervlaktewater kan mag deze ook niet in het vuilwaterstelsel. Dit kan een negatief milieurendement opleveren.

Zo houden we de samenwerking in stand.

Waternet maakt met verschillende bevoegde gezag organisaties afspraken over bescherming van het rioolstelsel. Door samenwerking worden de belangen van het rioolstelsel meegenomen en afspraken geborgd.