Verontreinigingsheffing

De verontreinigingsheffing moet worden onderscheiden van de zuiveringsheffing die uitsluitend door waterschappen wordt geheven. Het inhoudelijk verschil is beperkt tot de wijze van lozing (direct op het oppervlaktewater of via de riolering op een zuiveringtechnisch werk van een waterschap) en de bestemming van de heffingopbrengst (beheer van het watersysteem of zuivering van afvalwater).

De verontreinigingsheffing is de oudste milieuheffing die wij in Nederland kennen en deze is in de Waterwet geankerd in hoofdstuk 7. Op grond van de regeling in de Waterwet kunnen Rijk en waterschappen met betrekking tot de verontreinigingsheffing nadere regels stellen. Voor de rijksheffing geschiedt dit bij of krachtens algemene maatregel van bestuur en ministeriële regeling (Waterbesluit en Waterregeling) en voor de waterschapsheffingen bij belastingverordening van het waterschap.

De verontreinigingsheffing van het Rijk belast lozingen op rijkswateren; de heffing van het waterschap ziet op lozingen op regionale oppervlaktewateren. De opbrengst van deze heffingen komt ten goede aan het beheer van deze watersystemen. Daarbij moet worden bedacht dat het waterschap de zorg voor het regionale watersysteem primair financiert uit de opbrengst van de eigen watersysteemheffing. Voor het Rijk geldt dat de financiering van het centrale watersysteem voornamelijk via de Rijksbegroting is gedekt. De Rijksheffing draagt hieraan in zoverre maar voor een klein deel aan bij.

Wat is het verschil tussen verontreinigingsheffing en zuiveringsheffing

De verontreinigingsheffing moet goed worden onderscheiden van de zuiveringsheffing die uitsluitend door waterschappen wordt geheven. Dit wettelijk onderscheid is het resultaat van de politieke wens om de kosten van het zuiveringsbeheer (van de waterschappen) te scheiden van het watersysteembeheer en deze afzonderlijk en transparant in rekening te brengen bij bedrijven en burgers. Dit heeft zijn beslag gekregen bij wijziging van de Waterschapswet per 1 januari 2009 door opsplitsing van de oude verontreinigingsheffing in een zuiveringsheffing en een verontreinigingsheffing ‘nieuwe stijl'.
In het schematische overzicht (zie Heffingen algemeen) blijkt dat de financiële betekenis van de verontreinigingsheffing in verhouding tot die van de zuiveringsheffing voor de waterschappen betrekkelijk gering is.

De vervuiler betaalt

Voor zowel de verontreinigingsheffing als de zuiveringsheffing is het beginsel ‘de vervuiler betaalt' leidend. De vervuiler betaalt naar rato van de vervuilingswaarde van de lozing. De indirecte lozingen worden door het waterschap gezuiverd en de totale kosten daarvan worden via de zuiveringsheffing omgeslagen. Dit geldt echter niet voor de verontreinigingsheffing, waarvan het tarief bij de waterschappen wettelijk is gelijkgesteld aan dat van de zuiveringsheffing. Een aanwijsbare relatie met de kosten van deze directe lozingen ontbreekt dan ook in de laatste heffing.