Regionaal beleid en regelgeving

Gemeenten, provincies, waterschappen en Rijkswaterstaat geven invulling aan de nationale doelstellingen voor het waterbeheer. Dit doen zij door verschillende eigen plannen, beleidsuitgangspunten en verordeningen op te stellen. Deze stelt het bevoegd gezag op voor zijn beheergebied.

Van belang voor vergunningverlening

Het verlenen van een (lozings)vergunning mag de maatregelen, ingrepen en uitgangspunten uit de verschillende regionale plannen, beleidsuitgangspunten en verordeningen niet tegenwerken. Bij afweging voor een te nemen besluit (bijvoorbeeld een vergunning of maatwerk voor het lozen van afvalwater) neemt de vergunningverlener dit ook mee.

Als de lozing aan deze voorwaarden kan voldoen, dan kan het bevoegd gezag de vergunning verlenen. Is dat niet het geval, dan weigert men de vergunning, ondanks de resultaten van de ABM en de Immissietoets. De vergunningverlener zet de conclusie uit deze toets in de overwegingen.

Meest relevante regionale beleid en regelgeving

Het meest relevante regionale beleid en regelgeving voor vergunningverlening staan in:

  • het bestemmingsplan
  • de keur van het waterschap
  • het gemeentelijke rioleringsplan (GRP)
  • de regionale waterbeheerplannen
  • de regionale beleidsuitgangspunten voor bescherming van het rioolstelsel en de doelmatige werking van de RWZI's.