Hoe dient (bij dunne deklagen) met de indringingslengte omgegaan te worden, binnen de waternetcreator?

Voor de invoer van de waternetcreator is het soms nodig om te varieren met de indringingslengte om een representatief waterspanningen verloop te krijgen in de deklaag?
Hoe moeten we omgaan met deze work-arounds voor de waternet creator?

Bij dunne deklagen, zoals in het voorbeeld, is het beter om de indringingslengte op 0 m te zetten. Bij dunne deklagen wordt gemakkelijk een theoretische indringingslengte berekend die gelijk aan of groter is dan de dikte van de slecht doorlatende deklaag. In dat geval zal er in werkelijkheid een stijghoogteverloop zijn van het freatisch vlak naar de stijghoogte in de aquifer. De indringingslengte speelt dan eigenlijk geen rol meer. Zie ook de schematiseringshandleiding, paragraaf 7.13.

[1802273]