Is het terecht om alle leidingen volgens de NEN3651:2012 bijlage E te beoordelen?

De eenvoudige en gedetailleerde toets, beschreven in hoofdstuk 25.4.1. vanaf stap E.2.4 en hoofdstuk 25.4.2 van bijlage III, is gebaseerd op NEN3651:2012 bijlage E. In de stappen G.2a, G.2b en G.2c van hoofdstuk 25.4.2 wordt voor de beoordeling zelfs doorverwezen naar NEN3651:2012 bijlage E. Is het terecht om alle leidingen volgens deze NEN3651:2012 bijlage E te beoordelen, lettend op het toepassingsgebied van deze NEN3651:2012 bijlage E?

Het is niet terecht om alle leidingen te beoordelen conform NEN3651:2012 bijlage E. Het toepassingsgebied van bijlage E betreft de beoordeling van bestaande leidingen die niet conform de Pijpleidingcode 1972 of latere NEN3650-serie ontworpen konden worden. De leidingen die vallen onder het toepassingsgebied van NEN3651:2012 bijlage E betreffen hoofdzakelijk leidingen van voor 1972. Deze grens is niet absoluut. In de periode 1965-1972 zijn in Zuid-Holland veel kruisingen van hogedrukleidingen gerealiseerd volgens de voorlopers van de Pijpleidingcode 1972, terwijl deze code in sommige andere provincies nog jaren uitsluitend werd toegepast voor hogedrukleidingen. De methodiek die in NEN3651:2012 bijlage E beschreven staat, is specifiek ontwikkeld voor de leidingen vallend binnen het toepassingsgebied van deze norm.