Hoe moet een HDD leiding, waar in- en uittredepunt binnen de veiligheidszone liggen, worden beoordeeld?

Conform hoofdstuk 25.4.1 van bijlage III kan voor een leiding die is aangelegd middels een horizontaal gestuurde boring (HDD), waarbij het in- en uittredepunt binnen de veiligheidszone ligt in de eenvoudige toets niet tot een oordeel worden gekomen. Hoe verloopt de verdere beoordeling van deze leidingen?

Omdat deze leidingen niet vallen onder het toepassingsgebied van NEN3651:2012 bijlage E, mogen zij niet beoordeeld worden volgens de stappen beschreven in de eenvoudige toets (paragraaf 25.4.1) en de gedetailleerde toets (paragraaf 25.4.2). De beoordeling dient plaats te vinden, door controle van de uitgangspunten van de oorspronkelijke berekening of de leiding dient  (her)berekend te worden volgens de eisen in de NEN3650-serie. Specifiek aandachtspunt bij deze boringen betreft de controle van de kwelwegen. Het is in de beoordeling ook essentieel om het effect van de uitvoeringsmethode (sleufloos of niet-sleufloos) bij aanleg van een leiding op de veiligheidsanalyse voor waterkeringen mede te beschouwen, want dit heeft hier invloed op. Het vulmateriaal en de mate van verdichting vormt  bij niet sleufloze leidingen een risico.