Hoe dienen hydraulische belastingen (golfhoogte) afgeleid te worden voor de beoordeling van golfafslag voorland (VLGA)?

  • Bijlage III is leidend ten opzichte van de Schematiseringshandleiding Golfafslag. Bij strijdigheden kan de laatste dus worden genegeerd.
  • De correcte werkwijze is (zie Hoofdstuk 22 van Bijlage III): “Voor de bepaling van de benodigde hydraulische belastingen wordt gebruik
    gemaakt van de WBI-software. De golven moeten worden bepaald volgens de methode die wordt gebruikt voor het afleiden van golven voor
    bekledingen: per waterstandsniveau een golfhoogte en golfperiode afleiden”. De bijbehorende voetnoot maakt duidelijk dat voor de eenvoudige
    VLGA-toets alleen de waterstand bij de norm gehanteerd moet worden: “Eerst de waterstand bij de norm bepalen en dan [de bij die waterstand
    behorende] golfhoogte en golfperiode afleiden. Het is niet toegestaan de golfhoogte uit de marginale statistiek toe te passen.
    In een aantal gebieden en in het bijzonder de Bovenrivieren zijn golven en waterstanden niet of slechts beperkt gecorreleerd, zodat events met
    resp. extreme hoogwaterstanden en extreme golfbelastingen in veel situaties niet samenvallen. Een eenvoudige toets op VLGA / Golfafslag
    Voorland op basis van marginale statistieken gaat er impliciet van uit dat golven en waterstanden niet gecorreleerd zijn, en zou dan onnodig
    conservatief kunnen uitpakken. Dat is de achtergrond van de afwijkende bepaling van de belastingen voor de eenvoudige toets VLGA, zoals die is
    beschreven in Par. 22.1 van Bijlage III, waarbij in essentie de maatgevende golven gegeven-de-waterstand-bij-de-norm worden bepaald.
  • [1882146]