Lozingsvoorschriften ziekenhuizen

Ziekenhuizen en medisch-specialistische instellingen vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. Door uitzonderlijke activiteiten kan een omgevingsvergunning nodig zijn. De belangrijkste afvalwaterstroom bij ziekenhuizen betreft het afvalwater afkomstig van de laboratoria.

Daarnaast kunnen er andere specifieke afvalwaterstromen vrijkomen, bijvoorbeeld afkomstig van de apotheek, de sterilisatie-afdeling, de gipskamer, hemodialyse en tandheelkunde. Deze onderwerpen worden hieronder besproken.

Vindplaats

Met ingang van 1 januari 2016 vallen de meeste ziekenhuizen en medisch-specialistische instellingen onder het Activiteitenbesluit. In categorie 23.1 onderdeel C van bijlage I bij het Besluit omgevingsrecht worden ziekenhuizen benoemd als inrichting, maar voor ziekenhuizen geld geen vergunningplicht op grond van de Wabo. Binnen ziekenhuizen kunnen andere activiteiten worden uitgevoerd waarvoor wel een omgevingsvergunning nodig is. Bijvoorbeeld ziekenhuizen waar;

  • met genetisch gemodificeerde organismen onder ingeperkt gebruik wordt gewerkt,
  • met overige biologische agentia (het wilde type) niveau 3 en 4
  • de opslag van lachgas in stationaire reservoirs
  • de opslag van meer dan 100 m3 zuurstof in stationaire reservoirs.

Aan het Activiteitenbesluit valt is § 3.3.6 toegevoegd "Het gebruik van hefschroefvliegtuigen bij ziekenhuizen". Er is geen activiteit "het drijven van een ziekenhuis" toegevoegd aan het Activiteitenbesluit. Er zijn dus ook geen lozingsvoorschriften opgenomen die speciaal voor ziekenhuizen gelden. Binnen een ziekenhuis zijn vele activiteiten die al beschreven stonden in het activiteitenbesluit, bijvoorbeeld het hebben van een laboratorium.

BBT

In het algemeen geldt dat het afvalwater uit het ziekenhuis huishoudelijk afvalwater is en dat lozing naar vuilwaterriool is toegestaan. Voor de specifieke ziekenhuisactiviteiten die voor lozingen relevant kunnen zijn, wordt per onderdeel een korte toelichting op de best beschikbare techniek (BBT) gegeven.

Laboratoria

De lozingen afkomstig van laboratoria zijn in het Activiteitenbesluit beschreven in hoofdstuk 4. Deze voorschriften zijn echter niet van toepassing op vergunningplichtige bedrijven. Inhoudelijk zijn ze wel relevant, aangezien de aanpak geheel overeenkomstig de algemene regels kan plaatsvinden. Voor een beschrijving van dit specifieke onderdeel in het Handboek water, zie de activiteit Laboratoria.

Tandheelkunde

Lozingen vanuit de afdeling tandheelkunde binnen ziekenhuizen worden beschreven in Hoofdstuk 3 paragraaf 3.8.1, artikel 3.145. Dit voorschrift geldt voor alle ziekenhuizen. Voor een beschrijving van deze activiteit in het Handboek Water, zie de activiteit Tandheelkunde. In het Handboek water is ook een beschrijving opgenomen van de werking van amalgaamafscheiders die in de tandheelkunde worden toegepast.

Apotheek

De BBT voor apotheken bestaat uit het gescheiden afvoeren van medicijnen waarmee wordt voorkomen dat deze medicijnresten via het afvalwater worden geloosd.

Sterilisatie-afdeling

Op de sterilisatie-afdeling van ziekenhuizen worden instrumenten die worden gebruikt bij ingrepen en onderzoeken, gereinigd, gedesinfecteerd, gecontroleerd, verpakt en gesteriliseerd.
Voor het reinigen worden de instrumenten handmatig schoongespoeld en voorbehandeld, of ultrasoon behandeld. Het reinigen, spoelen, neutraliseren, desinfecteren en naspoelen gebeurt over het algemeen met computergestuurde wasmachines. Sterilisatie van instrumenten gebeurt grotendeels met stoom. Chemische desinfectie vindt plaats bij instrumenten die niet bestand zijn tegen hoge temperaturen. Het moet zoveel mogelijk worden voorkomend dat desinfectiemiddel worden geloosd. Op het gebruik van deze desinfectiemiddelen is de Algemene Beoordelings Methodiek (ABM) zoals bedoeld in de het CIW-document: "Het beoordelen van stoffen en preparaten voor de uitvoering van het emissiebeleid water" van toepassing. BBT bestaat daarom uit het toepassen van de ABM-methodiek in combinatie met lozing in het vuilwaterriool.

Gipskamer

Bij de gipsverwerkende afdelingen kunnen gipsresten in het afvalwater terecht komen. BBT voor gipshoudend afvalwater bestaat uit een zogenaamde gipsvanger (bezinkselafscheider), waarna het afvalwater in het vuilwaterriool wordt geloosd.

Voor sultaat in afvalwater zijn geen normen op genomen

Hemodialyse

Dialysevloeistof bevat een buffer, die kan bestaan uit een bicarbonaat-oplossing of een zuurconcentraat oplossing van azijnzuur en acetaten. Na dialyse wordt het hemodialyseapparaat gedesinfecteerd. Dit gebeurt door middel van verhitting, al dan niet in combinatie met een chemisch desinfectiemiddel zoals citroenzuur. Evenals bij de sterilisatie-afdeling geldt ook hier dat de ABM-methodiek van toepassing is op desinfectiemiddelen die in het afvalwater voor kunnen komen. BBT bestaat daarom uit het toepassen van de ABM-methodiek in combinatie met lozing in het vuilwaterriool.

Controleaspecten

  • Controle van de laboratoria vindt primair plaats op de brongerichte maatregelen. Zijn er gedragsvoorschriften opgesteld om een lozing van afvalwater te voorkomen, zijn er voldoende voorzieningen aanwezig om de emissie te beperken? Wordt de (rest)lozing in het vuilwaterriool geloosd?
  • Worden restanten van medicijnen en medisch afval separaat afgevoerd?
  • Zijn bezinkselafscheider/slibvangputten geplaatst?
  • Wordt BBT toegepast zoals hierboven beschreven?