In hoeveel procent leidt de overstap naar ongedraineerd rekenen tot afkeuren van dijken?

In hoeveel procent van de gevallen leidt de overstap naar ongedraineerd rekenen tot afkeuren van dijken die met de bestaande werkwijze (‘gedraineerd rekenen’) worden goedgekeurd?

Een uitgevoerde consequentieanalyse (167 dijkprofielen doorgerekend met beste schattingen van ongedraineerde schuifsterkte parameters) laat zien dat de vigerende werkwijze en de werkwijze met het nieuwe schuifsterktemodel gemiddeld genomen ongeveer hetzelfde resultaat geven. Per locatie zijn wel heel grote verschillen tussen beide methoden mogelijk (+/- 0,30 a 0,40 op de stabiliteitsfactor). Het kan daarom niet worden uitgesloten dat recent uitgevoerde dijkversterkingswerken bij de toetsing onvoldoende zullen blijken te zijn. De overstap naar het nieuwe schuifsterktemodel is gemiddeld genomen en op de wat langere termijn budgetneutraal. Per saldo zal het invoeren van stabiliteitsanalyses op basis van het schuifsterktemodel met ongedraineerde schuifsterkte niet leiden tot een grotere versterkingsopgave en de daarmee gemoeide financiële consequenties. Door het rekenen met ongedraineerde schuifsterkte zal meer een verschuiving in toetsresultaten optreden dan een verslechtering. Door de betere gedragsbeschrijving van de grond worden onterechte goedkeuringen en afkeuringen van dijken terug gedrongen. Hierdoor is sprake van een doelmatiger inzet van de financiële middelen.

Meer informatie Rapport ongedraineerde schuifsterkte bij toetsspoor macrostabiliteit in WTI 2017 - informatie voor besluitvomingsproces.