Terugbrengen dynamische natuur met integrale aanpak

Bureau Stroming wil de (water)natuur weer dynamisch maken. Jos de Bijl, fysisch geograaf en directielid van Bureau Stroming, vertelt over het belang van natuur en waterkwaliteit, de verdwenen dynamiek en succesvolle manieren om die dynamiek terug te brengen.

Dynamische_natuur_grensmaasNatuurlijke processen als oplossing

Bureau Stroming werkt aan herstel van natuuropgaves in de delta, langs grote rivieren en in beeksystemen en veengebieden. ‘Voornamelijk langs het water werken wij, van Maastricht tot in verschillende delta’s, aan het terugbrengen van dynamische waternatuur en een goede waterkwaliteit - een belangrijk thema in het Nationaal Water Programma 2022 - 2027’, vertelt Jos de Bijl. ‘Onze visie is dat natuurlijke oplossingen als basis dienen voor ruimtelijke transitieopgaven. Natuurlijke processen zien we hierbij als architecten van het landschap. Bureau Stroming neemt de rol in die nodig is om dit doel te bereiken. Dit verschilt van visievorming, tot landschapsontwerp en projectuitvoering. Ook ontwikkelen we zelf concepten voor nature based solutions en proberen die te implementeren in beleid. We zijn dus ook betrokken bij inhoudelijk onderzoek, advies en lobbytrajecten. We zitten met overheden aan tafel om innovatieve oplossingen van idee naar uitvoering te brengen.’

Het terugwinnen van dynamische natuur

Van oudsher is het Nederlandse landschap heel dynamisch. ‘We zijn een deltagebied met veel kustgebieden en grote rivieren die door ons land stromen. Maar de voorbije decennia hebben we aan dynamiek ingeboet’, vertelt De Bijl. ‘We zijn een echt ingenieursland, dat denkt in civieltechnische oplossingen: rechte dijken, pompen, gemalen en stuwen. Maar met grote uitdagingen als klimaatverandering en biodiversiteitsverlies moeten we onszelf de vraag stellen hoe het landschap er idealiter uit zou moeten zien, nu en over enkele decennia. Het bodem en watersysteem loopt tegen de grenzen van technische maakbaarheid aan.’

‘Dit zien we bijvoorbeeld terug in onze veengebieden waar, als gevolg van ontwatering, het veen oxideert en de bodem daalt. Om CO2 vast te leggen en bodemdaling te stoppen is het onontkoombaar om de transitie te maken naar natte veengebieden waar het veen weer tot leven komt. Dat levert kansen op voor nieuwe verdienmodellen en een hogere landschappelijke kwaliteit. Ook in hoge zandgronden is het bodem- en watersysteem niet in balans met het huidige landgebruik. Om te zorgen dat dit wel weer het geval wordt, moeten we natuurlijke laagtes laten fungeren als sponzen of doorstroommoerrassen. Zo krijgt het neerslagwater de tijd om in de grond door te dringen.’

Noodzaak: opgaven integraal aanpakken

De Bijl: ‘Om ons land ook voor toekomstige generaties veilig en aantrekkelijk te houden zijn natuurlijke en dynamische oplossingen noodzakelijk. Het is hierbij belangrijk om opgaven integraal en op elkaar gelegd aan te pakken. Verbinding leggen tussen waterthema’s, en tussen water en de fysieke leefomgeving is hiervoor essentieel.’ In het Nationaal Water Programma is integraal en gebiedsgericht werken ook één van de belangrijkste hoofdboodschappen.

Bureau Stroming helpt natuurorganisaties als het Wereld Natuur Fonds en ARK Natuurontwikkeling bij de ontwikkeling van natuurlijke oplossingen, om natuurlijke dynamiek in ons landschap terug te brengen. Een dynamische natuur draagt dus bij aan het voorkomen van bodemdaling, het vasthouden van water in hoge zandgronden en het beschermen en terugbrengen van biodiversiteit. Hoe doe je dat? De Bijl: ‘Dit doen we bij voorkeur samen met andere stakeholders in het gebied. Denk bijvoorbeeld aan het aanleggen van nevengeulen of het ontgraven van klei, zodat de uiterwaarden vaker overstromen, wat ten goede komt aan hoogwaterbescherming en biodiversiteit. Of het herstel van getijdenatuur met zoet- zoutovergangen, door het inlaatsysteem van zoetwater op een andere manier in te richten.’

Natuur als randvoorwaarde

De Bijl vindt dat natuur soms nog te veel wordt gezien als belang, in plaats van als randvoorwaarde en onderdeel van de oplossing. ‘Het is een basis om je maatschappij op te bouwen. Ik ben blij dat steeds breder wordt gedragen dat een integrale benadering van de opgaven de uitweg is, in plaats van dat sectoren los van elkaar problemen oppakken. Dat samen optrekken en met een rol voor natuur in bredere opgaven zie je terug bij Integraal Rivier Management (IRM) en de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW).’

De integrale benadering heeft de voorbije jaren voor successen gezorgd. ‘Er is ontzettend veel riviernatuur bijgekomen. Door hoogwaterbescherming te combineren met natuurontwikkeling is in veel uiterwaarden de natuurwaarde vergroot, bijvoorbeeld in het programma Ruimte voor de Rivier. Een ander succes is het uitwerken van klimaatbuffers, om het land klimaatadaptief in te richten.’

Het mes snijdt aan twee kanten

Werp één blik op het Nationaal Water Programma en je ziet een veelvoud aan verschillende thema’s en belangen. Samenwerking met partijen met andere belangen is ook voor Bureau Stroming cruciaal. ‘In 1 van onze projecten namens het Wereld Natuur Fonds proberen we de belangen van de scheepvaart en de natuur te verenigen, door erosie van de rivierbodem te stoppen. De scheepvaart heeft een specifieke vaardiepte nodig, dus is gebaat bij stabiele rivierbodems. Tegelijkertijd leidt bodemdaling als gevolg van erosie ertoe dat de uiterwaarden minder vaak overstromen, waardoor de natuur daar achteruitgaat. De erosieve kracht kun je verminderen door een deel van het water door de uiterwaarden te leiden. Zo is de scheepvaart geholpen én neemt in de uiterwaarden de biodiversiteit toe. Een mooi win-win project dus!’

Ook met partijen die doen aan delfstoffenwinning werkt Bureau Stroming samen. ‘Het mes snijdt dan aan twee kanten’, vertelt De Bijl. ‘Zij kunnen hun grondstoffen (bijvoorbeeld klei of grind) winnen en wij kunnen zorgen voor een natuurinclusief ontwerp, zodat er natuur overblijft met ruimte voor biodiversiteit, in plaats van diepe zandwinningsplassen of grindputten. Zo zoeken we dus samen met partijen die op het eerste oog wellicht een tegengesteld belang hebben naar oplossingen die zowel hun sector als ons natuurbelang verder helpt. De rijksoverheid faciliteert daarin op allerlei manieren.’

Relatie tussen rijksoverheid en belanghebbende partijen in watersector

Wat De Bijl goed vindt is dat de rijksoverheid haar waterprogramma’s zodanig inricht dat de natuursector inspraak heeft in de plannen. ‘Dat we dus invloed kunnen uitoefenen in een vroegtijdig stadium. Zo denken wij mee met belangrijke programma’s als IRM, PAGW en het Deltaprogramma Zoetwater.’ Wel moet volgens De Bijl de overheid een meer coördinerende rol op zich nemen. ‘Dan heb ik het over het samenbrengen van opgaven en maken van ruimtelijke keuzes. Aan allerlei tafels ontstaan oplossingen voor transitieopgaven – denk aan klimaatadaptatie en reductie van stikstofuitstoot. Het is in mijn ogen de taak van de overheid om die opgaven te bundelen en richting te geven aan een duurzame natuurinclusieve toekomst.’

‘Natuur draagt bij aan gezondheid’

De Bijl wil de lezers van het Nationaal Water Programma graag nog iets meegeven. ‘Schat de kracht van natuurlijke oplossingen op waarde. Je moet de natuur zien als belangrijke, preventieve maatregel: door te investeren in natuur en waterkwaliteit, bevorder je gezondheid en welzijn van de mensen die zich erin begeven. In heel Nederland zie je, zeker nu in coronatijd, een enorme behoefte aan buitengebieden en natuur. Men trok het afgelopen jaar massaal de natuur in. Een goede natuur en waterkwaliteit dragen bij aan de gezondheid van mensen die eromheen wonen’.