Convenant Klimaatadaptief Bouwen: ‘Samen sterk, maar nu de uitwerking’

mei 2021

Op dit moment ontwikkelt de Rijksoverheid het Nationaal Water Programma 2022-2027 (NWP), dat de hooflijnen bevat van het waterbeleid en de uitvoering daarvan. Hoe zien we de inhoud van het NWP terug in de praktijk? Met een reeks verhalen brengen we de verschillende thema’s van het NWP tot leven met concrete en inspirerende voorbeelden. Dit is nummer 1 over klimaatadaptatie en verstedelijking.

In het Convenant Klimaatadaptief Bouwen hebben zo’n 40 partijen (overheid, (woning)bouw, de milieusector en de financiële sector) de ambitie vastgelegd om bij nieuwbouw in Zuid-Holland zoveel mogelijk klimaatadaptief te werk te gaan. Astrid de Wit (Provincie Zuid-Holland) en Rik Heinen (Gemeente Dordrecht) vertellen hoe het convenant hieraan bijdraagt en waarom het zo belangrijk is.

Alle nieuwbouw die er bijkomt, moet bestand zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering. Die ambitie delen de partijen die zich hebben gecommitteerd aan het Convenant Klimaatadaptief Bouwen. Het streven: minder wateroverlast, minder hittestress, meer biodiversiteit, waterveiligheid en minder bodemdaling. Het middel: vroegtijdige en intensieve samenwerking tussen al die partijen, gericht op duidelijke afspraken (provincie, gemeenten, waterschappen, projectontwikkelaars en bouwbedrijven).

Met elkaar en op een eenduidige manier

‘Provincie Zuid-Holland is heel actief bezig om te zorgen dat in de gezamenlijke ambitie om klimaatadaptief te bouwen, de verbinding tussen verschillende partijen intact blijft’, vertelt Astrid de Wit (programmamanager Klimaatadaptatie, Zuid-Holland). ‘Wat hebben we van elkaar nodig? En hoe zorgen we dat dit op een zo eenduidig mogelijke manier gebeurt? Het Convenant Klimaatadapatief Bouwen was hierin een eerste stap. Nu volgt de uitwerking.’

‘Een regionale aanpak zorgt voor duidelijkheid, een gelijk speelveld én – niet in de laatste plaats - gedeelde kennis. Zo kun je sneller stappen zetten’, stelt Rik Heinen (beleidsadviseur Water en Klimaatadaptatie) bij gemeente Dordrecht. ‘Als gemeente wil je voorkomen dat je veel grotere eisen stelt dan andere gemeenten, aan bijvoorbeeld projectontwikkelaars. Anders jaag je ze weg van je eigen bouwprojecten.’

Samen sterk en beter toetsbaar

Volgens De Wit zorgt het convenant voor een level playing field. Particuliere partijen vinden het fijn als ‘de spelregels’ overal hetzelfde zijn. Door met zoveel partijen uit één provincie dit thema op te pakken, bereik je die eenduidigheid in ieder geval voor Zuid-Holland. Hopelijk vormen onze bevindingen een springplank naar een landelijke aanpak.’

Dankzij het convenant komt er energie los om met elkaar het concept te concretiseren: wat verstaan de verschillende partijen onder klimaatadaptief bouwen? Met welk instrument kun je dit toetsen? Wat is de ondergrens? En waar zitten je zorgen?’ Heinen: ‘Je staat samen sterk en maakt het specifieker en toetsbaar: halen we het of halen we het niet? Het is ook zaak snel concreet te worden. Zonder convenant gaat dit proces veel trager.’

De uitdagingen: doorpakken en de bestaande stad

Doorpakken nu dat convenant er is, is noodzakelijk. ‘Als je te lang stilstaat, wordt het convenant kwetsbaarder’, zegt Heinen, ‘Als er een paar partijen wegvallen, kan wat je nu gezamenlijk bereikt hebt, ook weer gauw afvlakken. Dus: het is belangrijk te borgen, in zowel processen als in beleid, wat je met elkaar afspreekt.’ De Wit is het daarmee eens. ‘Wij willen dat dit de nieuwe standaard wordt. Een uitdaging zit nu in het verplaatsen van de ambitie van de beleidskant naar de mensen die het in projecten moeten toepassen. Dat en het stutten van de ambitie met (omgevings)beleid is wat nu moet gebeuren.’

Bij nieuwbouwlocaties is vaak een grote transitie en investering aan de gang, dus daar is klimaatadaptatie goed aan te koppelen. ‘In de bestaande stad is dat anders’, vertelt Heinen. ‘Daar is een project vaak niet groot genoeg om te kunnen meekoppelen. Dan stuit je op financiële en ruimtelijke grenzen. Met kleine aanpassingen red je het niet als er een knelpunt is vanuit hitte of wateroverlast. De Rijksoverheid pakt een stimulerende rol met een stimuleringsfonds en kennisontwikkeling (City Deal openbare ruimte), maar er is wellicht een meer verplichtende rol nodig. In vergelijking met andere opgaven (zoals riolering en verkeersmanagement), kleeft aan klimaatadaptatie nog iets vrijblijvends.’

Meer verbinding met andere ruimtelijke opgaven

Klimaatadaptatie zou meer moeten worden verbonden andere grote ruimtelijke opgaven, zoals de energietransitie, vindt De Wit. ‘Daarop vinden grote veranderingen en investeringen plaats. Zorg dat je in de wijken waar de huizen van het gas af moeten, ook kunt inzetten op klimaatadaptatie. En ook in bijvoorbeeld het klimaatakkoord zou men bij energiedoelen meteen al moeten onderzoeken hoe die in combinatie met klimaatadaptatie zouden kunnen worden bereikt.’

Aanbevelingen voor het NWP

Ook tussen de thema’s van het Nationaal Water Programma is volgens Heinen en De Wit nog meer verbinding mogelijk. Heinen: ‘Partijen vanuit die verschillende thema’s moeten vroeger met elkaar om de tafel. Zo krijg je een goed beeld van gedeelde ambities en kun je er eerder iets mee doen, in plaats van dat je elkaar pas in een project tegenkomt.’ De Wit knikt instemmend: ‘Verdiep je in het belang van de ander bij wat jij doet.’

Op dit moment ligt het Ontwerp NWP ter inzage tot en met 21 september 2021 en kan iedereen de stukken raadplegen. In deze periode is het ook mogelijk een zienswijze in te dienen.