Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA)

Huishoudelijk afvalwater mag niet ongezuiverd geloosd worden. In principe wordt huishoudelijk afvalwater opgevangen in een riolering en gezuiverd in een rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi). Er zijn plekken waar huishoudens geen riolering hebben en dan moet men het afvalwater zuiveren. In de lozingsbesluiten staan doelvoorschriften over de mate van zuivering.

Het huishoudelijk afvalwater kan lokaal gezuiverd worden met een Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA). Er zijn verschillende IBA-systemen. Het bekendste IBA-systeem is de septic tank. Andere systemen zijn bijvoorbeeld de biorotor, het oxidatiebed en het helofytenfilter.

Hier leggen we de bijbehorende regels uit voor:

Overheid

De gemeentelijke rioleringszorgplicht en het bijbehorende financieringsinstrument zien niet alleen meer op de toepassing van rioleringsstelsels. Ze bieden ook ruimte voor toepassing van andere oplossingen voor afvalwater, zoals het plaatsen van IBA's.

In het kader van de gemeentelijke zorgplicht kan een gemeente of een waterschap een IBA installeren, in plaats van riolering. De eisen aan een IBA in beheer bij de gemeente of het waterschap staan in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Voorwaarde is dat het milieu even goed wordt beschermd als bij lozing in een vuilwaterriool. Dit volgt uit artikel 10.33, lid 2 Wet milieubeheer. Let op: 'even goede bescherming' van het milieu geldt voor het ontvangende watersysteem, dus niet voor de individuele lozing.

De aanleg, het beheer en onderhoud van IBA's betaalt de gemeente uit de opbrengst van de gemeentelijke rioolheffing.  Artikel 228a van de Gemeentewet biedt de gemeente de mogelijkheid om de lozer financieel hetzelfde te behandelen als degene die wordt aangesloten op de riolering.

Particulier

Ook een huishouden mag een IBA kopen en installeren als er geen riolering ligt. Voorwaarde is wel dat er geen riolering binnen 40 m van de woning ligt. En dat de provincie een ontheffing van de gemeentelijke zorgplicht heeft verleend voor een bepaald gebied. De lozer is dan zelf verantwoordelijk voor de aankoop en installatie van de IBA.

Binnen de bebouwde kom kan een particulier ook een IBA gebruiken. Dit moet dan wel in het GRP staan. De gemeente is dan verantwoordelijk voor de aankoop en installatie van de IBA.

De lozing uit deze IBA's moet voldoen aan het Besluit lozing afvalwater huishoudens.

Bedrijven met lozingen van huishoudelijk afvalwater

Een bedrijf mag ook zelf huishoudelijk afvalwater zuiveren als er geen riolering is. Afhankelijk van de hoeveelheid huishoudelijk afvalwater moet men aansluiten op het vuilwaterriool. De afstandscriteria van artikel 3.4 van het Activiteitenbesluit lopen van 40 tot 3.000 meter. Maar in het 1e lid van artikel 3.4 staat dat de afstandscriteria gelden tot het punt waarop 'kan' worden aangesloten. Het is aan het bevoegd gezag om te bepalen of een lozing 'kan' aansluiten.

Het bevoegd gezag kan ook tot het oordeel komen dat men een lozing binnen de geldende afstand toch niet kan aansluiten. Bijvoorbeeld door aanwezige fysieke obstakels. In die gevallen moet men de afstand juridisch zien als 'meer dan..'.  De lozing uit deze IBA moet voldoen aan het Activiteitenbesluit .

Voor bedrijven die niet onder het activiteitenbesluit vallen, geldt het besluit lozen buiten inrichtingen. In dit besluit staan voorwaarden met dezelfde strekking.

Overgangsrecht

Stel dat een gemeente binnen 40 m van een lozing een nieuw rioleringsstelsel gaat aanleggen. Het is dan te verwachten dat een bedrijf al een zuiveringsvoorziening heeft. Het bevoegd gezag kan dan bepalen dat het bedrijf niet meteen hoeft aan te sluiten op het vuilwaterriool. Het bevoegd gezag stelt wel een termijn voor wanneer het  bedrijf de lozing wel op het nieuwe rioolstelsel moet aansluiten. Ze houdt daarbij rekening met de afschrijvingstermijn van de aanwezige zuiveringsvoorziening.

Soms is de vervuilingswaarde van het te lozen afvalwater 'gering'. Met gering bedoelt de wetgever: niet groter dan 3 inwoners equivalenten (i.e.). Ook dan is een uitzondering op de aansluitverplichting mogelijk. Het bevoegd gezag mag dan bepalen dat een bedrijf deze lozing toch niet hoeft aan te sluiten op het vuilwaterriool. Het bevoegd gezag mag dan ook bepalen dat het bedrijf wel de al gebruikte zuiveringsvoorziening moet behouden.

Lozingsbesluiten

De lozing van huishoudelijk afvalwater staat in het Activiteitenbesluit, het Besluit lozing afvalwater huishoudens en het Besluit lozen buiten inrichtingen. Hierin maakt de wetgever onderscheid tussen regels voor lozingen van minder en voor meer dan 6 lozingseenheden (6 i.e.).

Tot 6 lozingseenheden: Septic tank

Voor lozingen tot 6 i.e. staat hetzelfde middelvoorschrift in de volgende ministeriële Regelingen:

  • lozing afvalwater huishoudens
  • algemene regels voor inrichtingen milieubeheer
  • lozen buiten inrichtingen

De IBA is dan een septic tank. Dit is een tank waarin het afvalwater wordt gezuiverd via een proces van bezinking, opdrijving en biologische afbraak. Het zuiveringsrendement hangt onder meer af van de verblijftijd van het afvalwater in de tank.

De voorgeschreven septic tank:

  • heeft een nominale inhoud van minimaal 6 m3
  • voldoet aan NEN-EN 12566-1
  • heeft een hydraulisch rendement van maximaal 10 gr, bepaald volgens annex B van NEN-EN 12566-1
  • heeft een CE-markering

Het bevoegd gezag heeft hiermee de mogelijkheid om een gelijkwaardig alternatief voor de septic tank toe te staan. Dit is geregeld in

  • artikel 5 van het Besluit lozing afvalwater huishoudens
  • artikel 1.8 van het Activiteitenbesluit
  • artikel 1.7 van het Besluit lozen buiten inrichtingen

Voor 1 januari 2009 geïnstalleerde septic tanks voldoen officieel niet aan de eisen uit deze Regelingen. Door het overgangsrecht van de nieuwe Besluiten zijn de bestaande voorzieningen toch voldoende.

Men heeft via de vangnetbepaling geregeld dat men niet via een septic tank mag lozen op de riolering. Komt het afvalwater uit een septic tank waarin anaerobe afbraak heeft plaatsgevonden? Dit kan de werking van de rwzi negatief beïnvloeden.

Vanaf 6 lozingseenheden: lozingsgrenswaarden

Voor lozingen groter dan 6 i.e. gelden alleen lozingsgrenswaarden. Deze grenswaarden heeft men gebaseerd op het CIW-rapport ‘Individuele Behandeling van Afvalwater IBA-systemen (1999) (pdf, 298 kB).

De regelgeving schrijft in deze gevallen geen IBA voor. De lozer mag daarom ook met hele andere oplossingen komen. Als de lozing maar voldoet aan de lozingsgrenswaarden.

Onderhoud zuiveringssystemen

IBA-systemen zijn technische installaties die men moet onderhouden om goed te blijven functioneren. Door de kwetsbaarheid van het systeem vraagt het ook aanpassingen bij het dagelijks gebruik. Bacteriedodende middelen mag men bijvoorbeeld niet gebruiken. Bij schoonmaakwerkzaamheden moet men denken aan producten als:

  • natuurlijke zeep (matig gebruikt)
  • azijnhoudend water
  • soda
  • waterstofperoxide
  • en mechanische hulpmiddelen bij ontstoppen en schoonmaakwerkzaamheden

Het onderhoud van een IBA bestaat uit het:

  • jaarlijks inspecteren
  • repareren van onderdelen van de systemen
  • regelmatig afzuigen en afvoeren van zuiveringsslib

Het afvoeren van zuiveringsslib kan bijvoorbeeld naar een centrale slibontwatering van een rwzi. De eigenaar van de IBA moet zorgen voor het onderhoud. Voor het onderhoud van IBA's in beheer van de gemeente in het kader van de gemeentelijke zorgplicht is de gemeente verantwoordelijk. Het bevoegd gezag ziet op het onderhoud toe.

Als een lozer stopt met het gebruik van een septic tank moet de eigenaar van dit type IBA op basis van de zorgplicht:

  • het zuiveringssysteem en de infiltratievoorziening verwijderen
  • of het zuiveringssysteem en de infiltratievoorziening, na verwijdering van al het slib erin, opvullen met schoon bodemmateriaal

IBA's in beheer van de gemeente vanwege de gemeentelijke zorgplicht hoeven niet aan NEN-EN 12566-1 te voldoen. De voorwaarden voor deze IBA's, of andere zuiveringsvoorzieningen, worden met het Besluit lozen buiten inrichtingen staan in artikel 10.33, tweede lid, Wm. De voorwaarden waar deze voorzieningen aan moeten voldoen staan dus in het GRP.

CE-markering

Zonder CE-markering mag een leverancier een product niet verkopen. De verplichtingen over CE-markering staan in de Europese Verordening Bouwproducten (305/2011/EEG). Op het contactpunt bouwproducten en bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) kunt u meer informatie vinden over de Europese Verordening Bouwproducten.

Bij de CE-markering hoort ook een prestatieverklaring. Deze legt uit wat het product doet en wat de eigenschappen zijn van het product. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ziet toe op de volledigheid en juistheid van deze informatie. Ook controleert de ILT of de CE-markering op bouwproducten zit. Ook een ander bevoegd gezag dan de ILT kan aan een leverancier of fabrikant vragen om gegevens over de CE-markering. Dat mag op basis van artikel 11, lid 8 van de Europese Verordening Bouwproducten (305/2011/EEG).

Een ander bevoegd gezag dan de ILT mag dus ook informatie opvragen bij de leverancier of fabrikant wanneer dit nodig is. Wanneer blijkt dat een bouwproduct niet voldoet aan de CE-markering of prestatieverklaring, kan men dit melden bij de ILT.

Het blijft de verantwoordelijkheid van een initiatiefnemer om een product op de juiste manier te gebruiken. Vanuit het Activiteitenbesluit kan een toezichthouder alleen handhaven op het gebruik van een bouwproduct door een initiatiefnemer. Alleen de ILT neemt maatregelen tegen de leverancier of fabrikant van een bouwproduct als het product niet voldoet aan de CE-markering.

Klassenindeling en certificering

Voor 1-1-2008 waren nieuwe lozingen van huishoudelijk afvalwater in het oppervlaktewater Wvo-vergunningplichtig. In CIW-rapporten werd het beleid uitgelegd. Ook hoe men de diverse IBA-systemen moest toepassen. Hierbij werd uitgegaan van een indeling in klasse I, II of III met bijbehorende emissie-eisen. Een IBA van een hogere klasse heeft een hoger zuiveringsrendement. Septic tanks vallen alleen in klasse I.

IBA-systemen kunnen een Kiwa-certificaat krijgen. Bij certificering deelt men de IBA in in  1van de genoemde klassen. Bij zo’n IBA hoort dan een attest met product- en procescertificaat. Certificering vindt plaats op basis van beoordelingsrichtlijnen (BRL’s). De indeling in klassen en certificering staan nu niet in de verschillende besluiten of andere regels. Het beleid kan men wel toepassen bij maatwerkvoorschriften op basis van 1 van deze besluiten.