Algemene regels voor lozingen; lozingsroute in schema
Lozingen van (het ruim uit te leggen begrip) afvalwater zijn in principe algemeen geregeld. De regels voor de meeste directe en indirecte lozingen staan in drie algemene maatregelen van bestuur (AMvB's). Namelijk het Activiteitenbesluit, het Besluit lozing afvalwater huishoudens en het Besluit lozen buiten inrichtingen. Wanneer een lozing van afvalwater niet algemeen is geregeld, is er een lozingsvergunning nodig (zie handreiking lozing). Ook als het gaat om een lozing op het riool. Voor een lozing op oppervlakte water is dat een vergunning in het kader van de Waterwet. Voor andere lozingsroutes heeft een lozer een omgevingsvergunning nodig.
De drie Lozingsbesluiten sluiten als systematiek naadloos op elkaar aan. Bij eenzelfde soort lozing gelden daarom ook dezelfde lozingsregels. Hieronder staan deze verschillende lozingsroutes in een schema: op een rioolstelsel, oppervlaktewater, RWZI of op de bodem. Naast deze drie lozingsbesluiten zijn een aantal andere lozingen geregeld met speciale besluiten:
- Het toepassen van bouwstoffen in oppervlaktewater: het Besluit bodemkwaliteit.
- Lozen door (beroeps)scheepvaart: Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart.
- Bepaalde lozingen die vallen onder Mijnbouwwetgeving, volgens artikel 6.12 Waterwet en artikel 1.2 Besluit lozen buiten inrichtingen.
Verder is het internationale Ballastwaterverdrag van belang voor zeeschepen die aankomen in Nederland.
Dit schema toont de samenhang tussen de verschillende aspecten en partijen. De lozingsroutes zijn weergegeven met pijltjes, met daarin een bolletje met een nummer (de nummering is willekeurig). Klik op een bolletje of een vlak voor de uitgebreide tekst in het Handboek water.