'Lampenkappen' in Waddenzee trekken mosselen aan

Gepubliceerd 6 oktober 2023

Afgelopen mei zijn er door onderzoekers op de bodem van de Waddenzee, bij de Vlakte van Kerken, vijftig kunstriffen geplaatst die eruit zien als een soort lampenkappen. Een klein half jaar later, zitten de riffen onder de mosselen. 'Dat is hartstikke goed nieuws.'

NIOZ-onderzoek

Tjisse van der Heide, onderzoeker bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), en hoogleraar Kustecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen vertelt dat dit NIOZ-onderzoek bedoeld is om de mosselbanken in de Waddenzee een beetje te helpen.

Van der Heide: 'Mosselen vormen in principe zelf een rif. Begin mei zweven er kleine mosseltjes door het water, en na drie weken zoeken ze een mosselbank om zich daartussen te vestigen. Op een kale zandplaat wordt een klein mosseltje weggespoeld of opgegeten.'

Verdwenen mosselbanken

Met de mosselbanken in de Waddenzee gaat het niet goed. Een belangrijke oorzaak is overbevissing, vertelt Van der Heide. 'Sinds de jaren 90 mag er ook niet meer gevist worden op mosselen.'

Inmiddels is het aantal mosselbanken wel weer flink hersteld en hebben we op dit moment 2000 hectare aan mosselbanken in de Waddenzee. 'Maar,' vervolgt Van der Heide, 'dat is nog steeds te weinig. De Waddenzee is een Natura 2000-gebied. Eén van de opgaves van Rijkswaterstaat is dat de kwaliteit van de mosselbanken verbetert.'

Verschillende materialen

'In mei van dit jaar plaatsten de onderzoekers kunstriffen onder water, op een plek waar het nooit droogvalt, en op een plek waar het elk getij droogvalt,' vertelt Van der Heide. De kunstriffen die de onderzoekers gebruikt hebben bestaan uit verschillende soorten materialen, op basis van twee verschillende grondstoffen. Niet alleen de biologisch afbreekbare biopolymeren (bio-plastic) werden gebruikt, ook 'Romeins cement'.

Van der Heide:  'De Romeinen bouwden supersterke constructies met een mengsel van natuurlijke kalk en vulkanische as. Wij hebben het recept aangepast door meer stukjes schelp toe te voegen, en het materiaal beter erodeerbaar te maken.'

In de kunstmatige riffen zijn ook cruciale eigenschappen van natuurlijke riffen verwerkt. Van der Heide legt uit dat mosselen zich met behulp van 'byssusdraden' aan elkaar hechten: 'Die zijn in de kunstriffen nagemaakt met kokostouw, waardoor mosselen denken: hé, dat zijn mijn ouders!' Ook kunnen minuscule schelpdieren op natuurlijke riffen ongestoord groeien, omdat de ingewikkelde structuur van natuurlijke riffen bescherming biedt tegen bijvoorbeeld krabben.

Vervolgstap

Normaal gesproken vormen mosselen met elkaar een rif, en die rif valt uit elkaar als de mosselen volwassen zijn. Van der Heide: 'Afbreekbaarheid van de kunstriffen hebben we nu nog niet getest. De hoofdvraag was: kunnen we jonge mosseltjes helpen? We weten nu dat we de eigenschappen van een mosselbank kunnen nabootsten, en kleine mosselen zo de kans geven om zich te vestigen.'

De volgende stap is de doorontwikkeling van de kunstriffen. 'Experimenteren op andere plekken, en zorgen dat de riffen sneller afbreken. Nu waren ze heel sterk, en stonden ze na een half jaar nog. Als ze drie na maanden verdwenen zouden zijn, was het óók niet handig.' Het juiste afbreektempo is volgens Van der Heide twee jaar.

Zeker is dat deze technieken in ieder geval ook op andere plekken in de wereld gebruikt kunnen worden. 'Van de oesterbanken is wereldwijd nog tien procent over; de rest is weggevist. Daarvoor zouden deze kunstriffen ook een oplossing kunnen bieden.'

Bron: Waddenzee.nl