Nieuwe KNMI-klimaatscenario’s: ‘Nederland moet zich voorbereiden op zwaardere weersextremen’

Gepubliceerd 10 oktober 2023

De nieuwe nationale klimaatscenario’s laten zien wat Nederland en Caribisch Nederland de komende decennia te wachten staat aan klimaatverandering. Het klimaat verandert zelfs in de meest optimistische scenario’s nog een flinke tijd door, met grote gevolgen voor Nederland. Het wordt in alle seizoenen warmer, met meer tropische dagen en minder vorstdagen. De winter wordt natter, de zomer wordt droger en er ontstaan zwaardere buien. De zeespiegel blijft stijgen.

Bekijk het gebruikersrapport KNMI'23-klimaatscenario's (pdf)

Meer op knmi.nl/klimaatscenarios

We zien nu al de gevolgen van klimaatverandering, wereldwijd en ook in Nederland, met grote gevolgen voor mens en natuur. In de nieuwe KNMI’23-klimaatscenario’s laat het KNMI zien dat het voor de verdere klimaatverandering sterk uitmaakt hoeveel broeikasgassen we nog gaan uitstoten. Hoe hoger de uitstoot, hoe sterker de opwarming en hoe extremer het weer. Bovendien neemt met elke ton uitstoot de kans op onvoorspelbare gevolgen toe.

KNMI-hoofddirecteur Maarten van Aalst: 'Iedereen merkt het: ons klimaat verandert. Het is warmer en het weer wordt extremer. Iedereen heeft afgelopen zomer gezien hoe heftige weersextremen landen over de hele wereld teisterden. Ook Nederland moet zich voorbereiden op steeds zwaardere weersomstandigheden. Betere en eerdere waarschuwingen worden hierdoor steeds belangrijker. Voor het weer van de komende uren en dagen, maar ook voor hoe het klimaat zal blijven veranderen.'

40 graden

Hittegolven komen in de toekomst vaker voor, worden nog heter en houden langer aan. In de scenario's met een hoge uitstoot komt 40°C aan het eind van de eeuw bijna elk jaar voor. Een temperatuur die sinds het begin van de metingen nog maar één keer eerder is voorgekomen. Ook in de scenario's met lage uitstoot heeft Nederland steeds vaker te maken met tropische hitte, maar komen de meest extreme temperaturen minder vaak voor dan bij hogere uitstootscenario’s.

Droge zomers en zwaardere buien

In de zomer gaat het in de toekomst minder regenen en verliezen we meer vocht door verdamping. Daardoor komen langdurige of extreme droogtes vaker voor. De zomer van 2018 was zeer droog. In het hoge scenario is een gemiddelde zomer in 2100 zoals die van 2018. Ook in het lage scenario zien we een toename van droogte, al is de verandering aanzienlijk kleiner. Maar het wordt niet alleen droger: ook zware buien worden intenser. Dat maakt het lastiger om met deze stijgende risico's om te gaan: we moeten voorbereid zijn op zowel meer regen in korte tijd, als langere periodes van hitte en droogte.

Zeespiegel stijgt door

Zelfs in het lage-uitstootscenario kan de zeespiegel voor de Nederlandse kust vanaf 2100 met meer dan een meter gestegen zijn. Een stijging van zelfs 2,5 meter is al in 2100 mogelijk in het hoge scenario, als de ijskappen sneller dan verwacht smelten. Het proces van zeespiegelstijging gaat nog eeuwenlang door. Hoeveel de zeespiegel uiteindelijk stijgt, hangt voornamelijk af van hoeveel broeikasgassen we nog uitstoten en hoeveel ijs er nog smelt op de Zuidpool.

Caribisch Nederland

Voor het eerst zijn er ook klimaatscenario’s gemaakt voor de bijzondere Nederlandse gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Op de eilanden Sint Eustatius en Saba verwachten we vaker orkanen met een zwaardere intensiteit, op Bonaire blijft de kans hierop gelijk. Ook op de eilanden gaat de temperatuur verder omhoog. Bovendien neemt op de eilanden de neerslag af.

Vier scenario’s

Met behulp van klimaatmodellen zijn de gevolgen van de uitstoot van broeikasgassen door mensen op het toekomstige klimaat berekend. De KNMI’23-klimaatscenario’s bestaan uit vier paden die een mogelijk toekomstig klimaat in Nederland rond 2050, 2100 en 2150 beschrijven. De scenario’s zijn gebaseerd op de hoeveelheid uitstoot van broeikasgassen (en daarmee de wereldwijde opwarming) en de mate van neerslagverandering in Nederland. De vier scenario’s geven als het ware de hoekpunten waarbinnen het Nederlandse klimaat in de toekomst waarschijnlijk zal veranderen. Zo weten we hoe door klimaatverandering het Nederlandse weer zal veranderen.

Van Aalst: 'Door de nieuwe klimaatscenario’s weten we welke veranderingen we kunnen verwachten, zodat we ons kunnen aanpassen aan een warmer klimaat met meer extremen en een hogere zeespiegel. Ook geven we aan welke gevolgen we nog kunnen voorkomen door de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Onze keuzes van vandaag bepalen de risico's waar huidige en toekomstige generaties mee te maken krijgen.'

Klimaatscenario's als basis voor risicoanalyses

Met de klimaatscenario’s kan iedereen de gevolgen van veranderingen in het klimaat en extreem weer in kaart brengen om Nederland ook in de toekomst veilig en bewoonbaar te houden. De nieuwe klimaatscenario's worden bijvoorbeeld gebruikt om de Nationale Adaptatie Strategie te actualiseren. En ook worden de Deltascenario's van het Deltaprogramma (mede) op de scenario's gebaseerd. Verder kunnen provincies, gemeentes, waterschappen, bedrijven en burgers de scenario's gebruiken om zich voor te bereiden op een veranderend klimaat.

Elf impact cases in het gebruikersrapport laten zien hoe de cijfers uit de scenario’s gebruikt kunnen worden om gevolgen voor Nederland te analyseren. Zo heeft Wageningen University & Research met de nieuwe klimaatscenario’s toekomstige veranderingen in natuurbrandgevaar doorgerekend, Rijkswaterstaat het effect van een zeespiegelstijging op het aantal sluitingen van de Oosterscheldekering en het RIVM de toekomstige verandering in sterfte door hitte en koude.

2.000 terabyte aan klimaatmodellen

In deze KNMI’23-klimaatscenario's hebben wij alle nieuwe kennis over klimaatverandering uit het meest recente IPCC-rapport vertaald naar de Nederlandse situatie. In totaal heeft de supercomputer zo’n 2 jaar 2.000 terabyte aan klimaatmodellen doorgerekend. Een grote groep KNMI’ers heeft meegewerkt aan de scenario’s. Rond 2031 worden weer nieuwe klimaatscenario's verwacht.

Bekijk de animatie met de KNMI'23-klimaatscenario's in het kort.

Bron en meer informatie: KNMI