Gemeenten maken lozingsregels vanaf 2024

Gepubliceerd 6 september 2023

Vanaf 2024 mogen gemeenten zelf bepalen hoe ze met grondwater, hemelwater én vuilwater om willen gaan. In de komende acht jaar stelt iedere gemeente haar eigen lokale regels op. Natuurlijk doet uw gemeente dat in goed overleg met het waterschap en de omgevingsdienst. Waar moet u rekening mee houden?

Wat gebeurt er?

Zoals u weet treedt op 1 januari 2024 de Omgevingswet in werking. Die wet heeft gevolgen voor u. Het Rijk laat dan allerlei landelijke lozingsregels los. Voor u gaat het om de regels uit het Activiteitenbesluit (en de Activiteitenregeling), het Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi) en het Besluit lozing afvalwater huishoudens (Blah).

Gemeenten mogen zelf lozingsregels opstellen die passen bij hun eigen beleid. En dat gaat verder dan alleen het afkoppelen van hemelwater. Denk bijvoorbeeld aan voorschriften over vragen als: Mag er bronneringswater op de riolering geloosd worden? Overal of alleen op bepaalde plekken? En hoeveel dan? Hoelang? In welke samenstelling? Vragen die u niet alleen kunt beantwoorden, maar waarbij u vaak ook het waterschap nodig heeft.

De landelijke regels die vervallen, worden in elk gemeentelijk omgevingsplan automatisch opgenomen in het tijdelijk deel. Dit is de zogenaamde bruidsschat. Deze regels blijven gelden vanuit het omgevingsplan.

De meeste lokale verordeningen, zoals een aansluitverordening, maken per 1 januari nog geen deel uit van het omgevingsplan. Zij blijven apart bestaan naast het omgevingsplan. Een aantal gemeentelijke verordeningen maakt per 1 januari automatisch deel uit van het tijdelijk omgevingsplan. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater.

Wat doet u voor 1 januari?

Controleer of uw gemeente een verordening heeft voor afvoer van hemelwater en/of grondwater. Heeft uw gemeente die niet? Dan is er geen directe actie nodig.

Heeft uw gemeente wel zo’n verordening? Dan is het verstandig om die verordening te controleren en nog dit jaar aan te passen.

Als u een verordening voor hemelwater en grondwater heeft die is opgesteld op basis van de VNG-modelverordening, dan zijn bepaalde artikelen onder de Omgevingswet namelijk overbodig en andere strijdig. De VNG informeert u hier over in de handreiking Verordening afvoer hemel- en grondwater en omgevingsplan en de Voorbeeldregels voor het omgevingsplan.

Heeft u een hemelwater en/of grondwaterverordening die niet is gebaseerd op de VNG-modelverordening, dan zult u deze nog dit jaar moeten (laten) toetsen op strijdigheden met het omgevingsplan.

Wat kan na 1 januari?

In de overgangsfase tussen 1 januari 2024 en 1 januari 2032 gaat u als gemeente de regels uit het tijdelijk deel van het omgevingsplan herschrijven zodat ze goed passen bij uw lokale situatie. Voor zover u ze wilt behouden, neemt u dan ook de regels uit aparte verordeningen op in het omgevingsplan.

Let op dat u hier tijdig mee start, want het goed en in samenhang opnemen van alle in het omgevingsplan gewenste regels is veel werk. Informeer tijdig bij uw collega van de juridische afdeling of de ruimtelijke ordening wat zij wanneer voor u (kunnen) doen.

Wilt u meer weten?

In het kennisbankhoofdstuk Juridisch en Beleid leest u hoe uw gemeente met haar grotere eigen ‘regelgevingsbevoegdheid’ meer gebiedsgericht maatwerk kan leveren.

Bron: Rioned