Wat als het water maar blijft komen

Gepubliceerd 20 juli 2023

Zuid-Limburg is een bijzonder stukje Nederland. Op de steile hellingen die de streek geliefd maken bij bewoners en miljoenen recreanten, daar waar landbouw lastiger is, overleven planten en diersoorten die nauwelijks nog ergens anders voorkomen. Heel wat minder lieflijk zijn deze steile hellingen en de smalle dalen als het lang en hard regent...

Noodweer

De schrik van het noodweer in de zomer van 2021 zit er nog goed in bij veel inwoners van het Geul- en Gulpdal (en andere dalen) in het zuiden van Limburg.

Nog maar enkele weken geleden werden inwoners van Valkenburg opnieuw geconfronteerd met heel veel water in de straten. Wat gaat er mis? Vergelijk het met een tegeltuin: een forse bui zet de tegels blank en het water stroomt af naar het laagste punt, waar het de nodige schade kan veroorzaken. Zeker als de riolen de afvoer niet meer aankunnen. Het huidige landschap is op veel plekken met zo’n tegeltuin te vergelijken, zeker dorpen en steden zijn vaak zó betegeld en geasfalteerd dat water niets anders kan dan kolkend door de straten afstromen. Wat zich op de weg van het water bevindt is de dupe.

Na een lange droge periode zijn stoffige akkers ook nauwelijks in staat om water op te nemen. Een ongemakkelijke waarheid: bij veel regen zijn de dorpen in de dalen de dupe van het landgebruik van de plateaus, bijna zonder uitzondering in gebruik als akker- of weiland.

Natuur als rem

Het kan ook anders. Begroeiing kan water afremmen en vasthouden. Natuurgebieden hebben een enorme sponswerking. Daarmee wordt het vermogen bedoeld om water op te slaan en geleidelijk weer af te geven. ARK Rewilding Nederland werkt samen met andere partners samen in Natuurkracht. De coalitie ziet kansen om het Limburgse Heuvelland met een andere inrichting en gebruik nog veel ‘sponziger’ te maken en zo het risico op overstromingen te verkleinen. Het landschap van de toekomst is veiliger, gezonder, natuurrijker én mooier te maken.

Organisch materiaal in de grond

Hoe langer een gebied natuur is, hoe meer leven er in de bodem zit. In de loop van eeuwen bouwt een bodem zich op, wordt rijker aan organische stof die de bodem ontvankelijk maakt voor water. Bodemleven profiteert hiervan en zorgt ervoor dat water veel makkelijker in de bodem trekt, van de duizenden wormen per vierkante meter tot hamstertunnels en mollengangen.
Eeuwen kunnen we niet wachten. We kunnen wél beginnen met maatregelen die de opbouw van organische stof in de bodem versnellen. Door de bodem niet te verstoren door ploegen. Door bomen te laten groeien. Door percelen akkerland in grasland of liever nog in natuur om te zetten waar grote grazers jaarrond mogen lopen. Die trappen gras en dode bladeren in de grond. Hun mest trekt kleine diertjes aan in de bodem.

Water in honderdduizend miniputjes

Grotere grazers zoals runderen en paarden, maar ook zwijnen en dassen hebben nóg een bijzonder effect op de sponswerking van de bodem. Elke stap die ze zetten maakt een putje. Hierin kan water blijven staan dat langzaam de bodem in kan zakken. Als je door de knieën gaat, zie je dat een begraasd landschap véél rijker is aan micro-reliëf dan waar deze grote dieren niet te vinden zijn. Samen veranderen de duizenden pootafdrukken van de dieren het land in een natuurspons.

Airconditioning in het bos

Dood hout in het bos laten is een andere maatregel om de spons te versterken. Dode bomen kunnen zich bij regen vol water zuigen. Bij droogte geven ze dit enorme volume water heel langzaam weer. Ze zijn daarmee de ‘airconditioner’ van het bos: niet voor niets zijn bossen bij heet weer gemakkelijk vijf graden koeler dan de omgeving. Dat komt niet alleen door de schaduw van bomen en bladeren: verdamping van water kost energie die uit warmte wordt gehaald: net als een airco werkt het ademen van een bos, van levende én dode bomen, werkelijk verkoelend.

Realiteitszin

Levert meer natuur op de Limburgse plateaus en hellingen dan op dat nooit nog iemand natte voeten krijgt, nooit meer een kelder of winkel schade van het water ondervindt? Dat beloven zou een luchtkasteel zijn. De frequentie waarmee overlast ontstaat kan lager uitpakken dan nu het geval is, en de hoeveelheid regen die het landschap kan verwerken voordat het problematisch wordt, kan werkelijk verbeteren. In de dalen zal meer ruimte moeten komen voor natuurlijke stroomdalen van beken. Gecombineerd met al de andere redenen om ruimte te geven aan meer, en wildere natuur is dat een hoopvol perspectief!

Bron: ARK rewilding Nederland