De marge van de afmetingen waarbinnen de bagger- en ontgrondingswerkzaamheden moeten worden opgeleverd. Dit heeft veelal betrekking op de opleverdiepte ten opzichte van NAP.
Er is sprake van achteruitgang indien je als gevolg van een ingreep in een slechtere toestandklasse van het waterlichaam komt als oorspronkelijk. Indien het waterlichaam zich reeds in de slechtste toestandklasse bevindt, is de ruimte tot verslechtering bepaalt door de meetnauwkeurigheid van de norm (klassegrens). De meetnauwkeurigheid wordt bepaald door de laatste decimaal waarin de norm is uitgedrukt. Voor de chemische normen zijn er twee toestandklassen en wordt de klassegrens bepaald door de waterkwaliteitsnorm. Voor de ecologische normen zijn er vier tot vijf toestandklassen waarvan de klassegrenzen per biologische kwaliteitselement verschilt.
Het toepassen van grote hoeveelheden grond en baggerspecie (meer dan 5000 kuub). Voorbeelden van grootschalige toepassingen zijn het toepassen van grond en baggerspecie in bouw- en wegconstructies, in terpen of in diepe plassen (zandwinputten).
Het uitvoeren van een handeling op de oorspronkelijke plaats, zonder het naar een speciaal medium te verplaatsen of de handeling op een andere locatie uit te voeren.
Waarden die aangeven dat bij overschrijding sprake is van een geval van ernstige verontreiniging.
Kwaliteitsborging in het bodembeheer. Lees meer over Kwalibo
Het deel van het aangesneden profiel dat niet door het transportsysteem wordt meegenomen, of bodemmateriaal dat als gevolg van de baggeractiviteit anderszins op de gebaggerde bodem terechtkomt.
Verlies van kleine hoeveelheden droge bulkgoederen tijdens overslagwerkzaamheden.