Studiereis Bovenrijn
Impressie studiereis RBO Bovenrijn
Er wordt in het hele Rijnstroomgebied hard gewerkt aan de KRW. Er gebeurt veel, er is ook al veel bereikt maar er moet nog een flinke stap gemaakt worden. Dat is één van de conclusies van de deelnemers van de studiereis van het RBO naar Frankrijk en Duitsland op 2 en 3 november. De RBO-delegatie bezocht achtereenvolgens Koblenz, Straatsburg, de stuw bij Iffezheim en het Murgtal in Baden-Württemberg.
Tijdens de studiereis werd ook duidelijk hoe groot de samenhang in het Rijnstroomgebied is. Dat is geen nieuw inzicht, maar wel iets waarvan het belang duidelijker wordt als je dat ter plekke ervaart.
De KRW (WRRL in Duitsland, DCE in Frankrijk) heeft in alle landen voor een vernieuwing in denken en werkwijze gezorgd, vooral door de nadruk op de ecologie en de samenhangende aanpak. De aanpak in Nederland, Duitsland en Frankrijk is op veel punten vergelijkbaar, bijvoorbeeld bij het formuleren van doelen, maatregelen en kosten en ten aanzien van de fasering. Al zijn er natuurlijk ook verschillen.
Wederzijdse inspanningen
Nederland verwacht inspanningen van de bovenstroomse partners op een aantal punten, zoals het terugdringen van nutrinten en schadelijke stoffen en maatregelen voor hoogwaterbescherming. Maar de partners verwachten ook het nodige van Nederland. Een heel belangrijk punt is de vismigratie. Duitsland investeert veel in vispassages, onder andere voor de trek van de zalm, en ook Frankrijk gaat hier flinke investeringen doen. Maar dat heeft maar beperkt effect als Nederland "de voordeur dichthoudt", zoals één van de gesprekspartners het uitdrukte. Daarmee doelde hij op het belang van het Kierbesluit voor de Haringvliet en ook op de bijvangst van zalm in de kustwateren en de benedenrivieren.
Veel gedaan, maar er moet nog een tandje bij
De chemische kwaliteit van het rijnwater is sinds het begin van de jaren 70 sterk verbeterd. Er is nog wel een stap nodig. Daarom is het wat teleurstellend dat op de recente Rijn-Ministersconferentie nog geen lijst is vastgesteld met normen voor rijnkritische stoffen. Ook de ecologie is verbeterd, maar op dit punt moet nog veel gebeuren. De vispasseerbaarheid voor de zalm maar ook voor de zeeforel en andere soorten is daarbij zeker voor de bovenstroomse partners een heel belangrijk punt, wat ook op de Rijn-ministersconferentie op 18 oktober nadrukkelijk aan de orde is geweest. De conferentie heeft ook uitgesproken dat er op het punt van de hoogwaterbescherming nog een tandje bij moet en dat er onderzoek moet worden gedaan naar een nieuw probleem dat meer aandacht gaat vragen: micro-verontreinigingen voor medicijnen en huishoudchemicaliën. Dit zal voor het eerste stroomgebiedbeheersplan nog geen onderwerp zijn, maar mogelijk wel voor de volgende fase.
De RBO-delegatie was onder de indruk van wat de ICBR weet te bereiken met een klein secretariaat en zonder dat zij over eigen juridische instrumenten beschikt.
Frankrijk: meer aandacht voor milieu
Er vindt op dit moment een grote verschuiving plaats in het denken in Frankrijk over het milieu. Daar speelt de KRW een kleine rol in, maar belangrijker is het Charte de la Grenelle Environnement (www.legrenelle-environnement.fr), een programma op 25 oktober is vastgesteld na een publieke discussie van enkele maanden. Het moet nog worden geïmplementeerd maar de verwachting is positief, onder andere omdat het meer mogelijkheden biedt om de landbouw aan te spreken op de nutriëntenproblematiek en bestrijdingsmiddelen.
In het Franse Rijnstroomgebied is in het algemeen sprake van een goede ecologie, maar er zijn wel problemen met nutrinten en bestrijdingsmiddelen. Bovendien zijn er veel kwetsbare gebieden. Er komt een belasting op de verkoop van bestrijdingsmiddelen met 3 tarieven afhankelijk van de schadelijkheid van het middel. Een belangrijk doel is zicht te krijgen op de hoeveelheid van de verschillende middelen die wordt gebruikt.
Verder wordt er een extra inspanning geleverd voor verbetering van de rwzi's en het terugdringen van ongerioleerde huishoudens.
Opvallend is de manier waarop in de Alsace het brede publiek bij de KRW is betrokken. Alle huishoudens hebben een schriftelijke enquûte ontvangen, waarvan meer dan 77000 zijn terug ontvangen. Er komt waarschijnlijk nog een tweede ronde. Daaruit bleek dat het publiek duidelijk belang hecht aan schoon water en ook bereid is daar via de drinkwaterprijs voor te betalen.
Degelijk en tegelijk pragmatisch
De Duitse aanpak van de KRW is intensief, degelijk en tegelijk pragmatisch. Ook hier betekende de KRW een nieuwe werkwijze met aandacht voor de ecologie. Prioriteit op dit vlak hebben de vispasseerbaarheid en het garanderen van een minimumhoeveelheid water in de rivieren en beken. Onder andere vanwege de vele waterkrachtcentrales (alleen al 67 in Baden-Württemberg) is dit geen eenvoudige opgave. De rioolwaterzuivering is geen groot probleem, wel zijn er problemen met diffuse bronnen met stoffen als P, N, pesticiden, zink, koper en cadmium. In de benedenstroomse delen van de zijrivieren moet het nodige aan de hydromorfologie gebeuren.
Opvallend is dat men in Baden-Württemberg niet uitgaat van het one-out-all-out principe om de toestand van en waterlichaam aan te geven. Men geeft de toestand van een waterlichaam aan door 5 blokjes die de verschillende kwaliteitsaspecten weergeven (bijvoorbeeld vis, microfauna, chemie).
Water voor de Murg
Het laatste deel van de studiereis bracht de RBO-delegatie naar het dal van de Murg, een zijrivier van de Rijn die ontspringt in het Zwarte Woud en die omzoomd was door bomen in fraaie herfstkleuren. De benedenloop van de Murg is in het verleden gekanaliseerd. In de bovenloop is het belangrijkste probleem dat de vele papierfabrieken en waterkrachtcentrales het water van de Murg afleiden voor energie-opwekking en proceswater. Daardoor staat op veel plaatsen in de bedding niet of nauwelijks water. Omdat deze situatie doorgaans is gebaseerd op zeer oude waterrechten van de fabrieken, zijn voor het nemen van maatregelen langdurige en moeizame onderhandelingen nodig.