Trekvisonderzoek Noordzeekanaal
Evaluatie trekvisonderzoek Noordzeekanaal
Een evaluatie van 6 trekvisonderzoeken in het Noordzeekanaal en ommelanden heeft een goed beeld van migratiestromen van paling en stekelbaars opgeleverd. Dat was aanleiding voor een flink aantal aanbevelingen en maatregelen om het beheer van vispassages en andere voorzieningen voor trekvis te verbeteren.
Waarde van samenwerking
Het onderzoek bevestigt de waarde van samenwerking bij vismigratie zoals in Rijn-West. Rond het Noordzeekanaal hebben verschillende waterbeheerders en andere overheden en organisaties een rol. Zij hebben zich verenigd in het samenwerkingsverband Ecologische Verbindingszone Noordzeekanaal en Ommelanden (EVZ NZK eo). Onder andere Rijkswaterstaat en de waterschappen Rijnland, Amstel, Gooi en Vecht en Hollands Noorderkwartier maken hier deel van uit. Dit samenwerkingsverband was ook de opdrachtgever van de evaluatie.
Inzicht in passeerbaarheid en efficiëntie
De onderzoeken zijn uitgebreid geanalyseerd door Wageningen Marine Research. Er is gekeken naar de mate van aantrekking van trekvis naar een knooppunt (‘attractie- efficiëntie’), de mate van passeerbaarheid van een knooppunt (‘passage efficiëntie’ en relevante routes), en het uittreksucces naar zee. Dit leverde belangrijke nieuwe wetenschappelijke kennis op en een goed beeld van de belangrijkste migratieroutes . Over de trek van driedoornige stekelbaars bijvoorbeeld was nog niets bekend en de getallen geven een eerste beeld van de trek van deze soort door het Noordzeekanaal.
In 2018 zijn ongeveer een miljoen glasalen bij IJmuiden het gebied binnengetrokken. Het uittreksucces van schieraal vanuit het achterland naar de Noordzee is 34-54% (46-66% sterfte van achterland tot uittrek naar zee).
Aanbevelingen voor beter beheer
De evaluatie geeft aanbevelingen en maatregelen voor een beter beheer bij de sluizen van IJmuiden en de vispassages van het Noordzeekanaal naar het achterland. Voorbeelden zijn het beheer van de kleppen in sluisdeuren (de rinketten), ander maalbeheer, loze schuttingen van sluizen en betere vindbaarheid van de toegang tot vispassages. Uiteindelijk moeten het –aangepaste- beheer leiden tot meer vismigratie en het halen van de doelen van de KRW en de Europese Aalverordening.
Rijkswaterstaat heeft het initiatief genomen om de kennis opgedaan in het Noordzeekanaal toe te passen voor een gelijksoortig integraal vismigratie-onderzoek in het Haringvliet en Nieuwe Waterweg.
Belangrijkste conclusies
De belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit de evaluatie:
- Belang van het Noordzeekanaal als trekroute. Het Noordzeekanaal een belangrijke migratieroute vormt voor diverse trekvissoorten, zoals aal, driedoornige stekelbaars, spiering en bot. Behoud en verbetering van trekvispopulaties vormt een van de KRW-doelstellingen van dit waterlichaam.
- Intrek glasaal vooral moeilijk bij overgang kanaal naar polder. Jaarlijks trekken circa 10 miljoen (ijkjaar 2018) het Noordzeekanaal op om zich te verspreiden over het achterland. Het IJmuiden-complex vorm – anders dan vooraf werd aangenomen - nauwelijks een obstakel voor glasaal. Dit in tegenstelling tot diverse polder- en boezemgemalen en schutsluizen die de aaltjes moeten passeren om de polders en boezemwateren te bereiken. Daarbij werken vispassages op belangrijke intrekpunten niet allemaal optimaal. Optimalisatieslag vispassages nodig op basis van aanbevelingen.
- Drie oorzaken beperkte uittrek schieraal. Het uittreksucces van schieraal uit het achterland via Noordzeekanaal naar de Noordzee blijkt naar schatting 34-54% en wordt veroorzaakt door: 1) obstakels bij de uittrek uit boezems en polders door gemalen en schutsluizen; 2) desoriëntatie op het Noordzeekanaal en zijkanalen door wisselende stromingen en scheepvaart; en 3) een sterftepercentage van 10-15% op alle schieralen die het complex in IJmuiden ( spui- gemaal – sluizen). Dit gaan partners in komende jaren oppakken.
- Grootte lokstroom is bepalend. Op het Noordzeekanaal is de grootte van de zoete lokstroom (debiet) de belangrijkste factor die de intrek bij Rijk-regio knooppunten bepaald. En niet de afstand tot de Noordzee (geografische locatie) zoals aangenomen werd. Pas ten oosten van de Willemsluizen is de mate van Rijk-regio migratie meer geografisch verdeeld.
- Alleen integraal intrek- en uitrekonderzoek geeft goed beeld van Rijk-regio connectiviteit van het watersysteem. De kruisnetmonitoring (via het project Samen voor de aal) geeft niet altijd een juiste indicatie van het daadwerkelijke aanbod per locatie. Bij de sluis IJmuiden worden bijvoorbeeld via de kruisnetmonitoring geringe hoeveelheden glasaal gemeten. Echter, met glasaalcollectoren worden juist grote hoeveelheden gemeten. Dit komt doordat bepaalde knelpunten (zoals sluis IJmuiden) veel beter trekvis laten passeren dan vooraf werd aangenomen. Het aanbod gaat er dus snel doorheen en wordt (bijna) niet gemeten met het kruisnet. Daarom is een integraal intrekonderzoek met vie-tags en glasaalcollectoren nodig om het daadwerkelijke aanbod per locatie te bepalen. WMR geeft aan dat reeksen via de kruisnetmonitoring wel kunnen aangeven hoe jaarlijkse fluctuatie in aanbod is. Door de resultaten van het integrale intrek-onderzoek (daadwerkelijke aanbod) te combineren met de trend door de jaren heen (kruisnetmonitoring) ontstaat een goed beeld waar maatregelen te prioriteren.
- Voortzetten gezamenlijke monitoring vismigratie. Er wordt aanbevolen om de reguliere monitoring van de visintrek met kruisnetten en de inzet van vrijwilligers en de fuikbemonsteringen bij Halfweg voort te zetten.Het onderzoek geeft een goed beeld van het jaarlijkse aanbod van glasaal op het Noordzeekanaal. Aanbevolen wordt deze monitorings-onderzoeken voort te zetten.
- Slim inzetten gemalen voor vismigratie.Oer wordt geadviseerd om op sommige locaties gemalen slim in te zetten (voor het creëren van een lokstroom). De intrek van glasaal bij al bestaande vispassages kan zo worden bevorderd, waardoor ophoping en predatie van glasaal wordt verminderd. De mogelijkheden hiertoe zullen worden onderzocht door de individuele beheerders.
Download rapport
Op deze site ook een aantal filmpjes over vismigratie in het Noordzeekanaalgebied.