Interventieverdrag

Het Interventieverdrag en het bijbehorende Protocol hebben tot doel het mogelijk te maken voor kuststaten om op de volle zee (of buiten de territoriale zee) maatregelen te kunnen nemen die noodzakelijk zijn om een ernstig en dreigend gevaar voor hun kust of voor daarmee samenhangende belangen door verontreiniging of dreigende verontreiniging te kunnen bestrijden. Hierbij gaat het om een gevaar dat ontstaat als gevolg van een ongeval of van daarmee verband houdende handelingen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij zeer ernstige schade tot gevolg zullen hebben. Ongeval is gedefinieerd als een aanvaring, een stranding of een ander incident met een schip bij de navigatie, dan wel een ander voorval aan boord van het schip of daarbuiten, dat materiële schade aan het schip of aan zaken aan boord daarvan veroorzaakt of dreigt te veroorzaken. De kuststaat kan geen maatregelen treffen tegen buitenlandse oorlogsschepen of andere schepen in dienst van de overheid, die voor andere dan handelsdoeleinden worden gebruikt, zonder toestemming van de vlaggenstaat.

De maatregelen die de kuststaat neemt dienen proportioneel te zijn met de opgetreden of dreigende schade. Schade die het gevolg is van maatregelen die niet proportioneel zijn dient vergoed te worden aan de vlaggenstaat. Voordat de kuststaat overgaat tot maatregelen dient deze, met uitzondering van gevallen van uitzonderlijke noodzaak, overleg te plegen met de vlaggenstaat en andere staten die door het ongeval zijn geraakt en eenieder die door voorziene maatregelen getroffen kan worden op de hoogte te stellen. Nadat dergelijke maatregelen zijn genomen moeten dergelijke staten en personen en de Internationale Maritieme Organisatie op de hoogte worden gesteld.

(Bron: Noordzeeloket.nl)


Documenten Noordzeeloket

Overheid.nl