Wrakopruimingsverdrag
Het Verdrag heeft tot doel het mogelijk te maken voor een staat een wrak dat een gevaar vormt in het “Convention area” te verwijderen. Het Verdrag definieert dit gebied als de EEZ, of indien een staat geen EEZ heeft ingesteld, een zone met een breedte van maximaal 200 zeemijl. Een staat heeft de mogelijkheid het Verdrag ook van toepassing te verklaren op zijn grondgebied met inbegrip van de territoriale zee. Een aantal bepalingen van het Verdrag die van toepassing zijn in de EEZ is in dat geval niet van toepassing op het grondgebied van een Staat. Naast het begrip “Convention area” definieert het Verdrag onder andere de termen “wrak” en “gevaar”. Artikel 6 stelt de criteria vast die een Staat in aanmerking zou dienen te nemen om vast te stellen of een wrak een gevaar vormt.
De maatregelen genomen tot het verwijderen van een wrak dienen evenredig te zijn met het gevaar dat het wrak vormt. Deze maatregelen dienen niet verder te gaan dan wat redelijkerwijs noodzakelijk is om een wrak dat een gevaar vormt te verwijderen.
Het Verdrag is niet van toepassing op maatregelen die genomen worden op basis van het Interventieverdrag. Tevens is het niet van toepassing op oorlogsschepen of andere schepen in eigendom van of in beheer van de Staat die gebruikt worden in niet-commerciële overheidsdienst, tenzij de betrokken Staat anders besluit.
Staten die partij zijn bij het Verdrag dienen de kapitein en beheerder van schepen die hun vlag voeren te verplichten informatie te verstrekken over ongevallen die resulteren in een wrak aan de Staat in wiens EEZ (of territoriale zee, indien het Verdrag van toepassing is verklaard op deze zone) het wrak is gelegen. Het Verdrag verplicht de betrokken Staat alle praktische maatregelen te nemen om zeevarenden en andere Staten op de hoogte te stellen van de ligging van een wrak. Als de betrokken Staat vaststelt dat het wrak een gevaar vormt zal het alle redelijke maatregelen nemen om dit te markeren.
Artikel 9 van het Verdrag ziet op de verwijdering van wrakken die een gevaar vormen. De Staat in wiens gebied het wrak ligt dient contact op te nemen met de Staat van registratie en de geregistreerde eigenaar en overleg te plegen met de Staat van registratie en andere getroffen Staten over maatregelen te nemen in relatie tot het wrak. Een wrak ten aanzien waarvan is vastgesteld dat het een gevaar vormt zal worden verwijderd door de eigenaar. De Staat in wiens gebied een wrak ligt kan een termijn stellen waarbinnen de verwijdering plaats dient te vinden. Als de eigenaar het wrak niet binnen deze termijn verwijdert of indien het niet mogelijk is in contact te treden met de eigenaar kan de betrokken Staat zelf tot verwijdering overgaan. Deze Staat kan ook tot verwijdering overgaan in gevallen waarin direct optreden is vereist.
Het Verdrag stelt ook regels ten aanzien van aansprakelijkheid en verzekeringen of andere financiële borg.
(Bron: Noordzeeloket.nl)