Doelstellingen NWP en regionale waterplannen

In het Nationaal Waterplan 2016-2021 is wateroverlast geen afzonderlijk thema meer. In de voorganger (het Nationaal Waterplan 2009-2015) was wateroverlast een duidelijk thema. Wateroverlast geldt als een zogenoemd gedecentraliseerd onderwerp en is daarom niet meer opgenomen in het Nationaal Waterplan.

De regionale waterplannen geven aan hoe de normen voor wateroverlast, die voortvloeien uit het NBW Actueel en de provinciale verordeningen, worden bereikt, voor zover deze nog niet zijn bereikt.

Regionale waterplannen

Provinciale Staten leggen in één of meer regionale waterplannen de hoofdlijnen vast van het in de provincie te voeren waterbeleid en de daarbij relevante aspecten van het provinciale ruimtelijke beleid. In regionale waterplannen is onder meer opgenomen (zie artikel 4.4 Waterwet):

  • de functies van de regionale wateren,
  • de doelstellingen voor de regionale wateren,
  • de daarbij behorende maatregelen en voorzieningen, en
  • de te verwachten financiële en economische gevolgen van dit beleid.

In het regionale waterplan worden ook ruimtelijke reserveringen voor waterberging opgenomen. Het regionale waterplan is tevens structuurvisie in de zin van de Wet ruimtelijke ordening. Het ruimtelijke waterbeleid werkt op deze manier door naar structuurvisies en bestemmingsplannen van gemeenten.

In de eigen verordening geven provincies regels voor de voorbereiding, vormgeving en inrichting van het regionale waterplan (zie artikel 4.5 Waterwet). Waterschappen moeten bij vaststelling van de waterbeheerplannen rekening houden met de regionale waterplannen (zie artikel 4.6 Waterwet).

Wateropgave: vasthouden, bergen en afvoeren

De wateropgave in landelijk en stedelijk gebied omvat onder andere een ruimtebehoefte voor waterberging. De benodigde maatregelen daarvoor worden zoveel mogelijk gekoppeld aan de uitvoering van andere opgaven, zoals de KRW.

De waterschappen hebben de afgelopen jaren meer ruimte voor water gecreëerd in het regionale watersysteem. Waterschappen hebben dat vooral gedaan via fijnmazige maatregelen. Voorbeelden hiervan zijn:

  • flexibel peilbeheer,
  • aanleg natuurvriendelijke oevers,
  • realiseren kleinschalige waterberging en
  • combinaties van waterberging met andere ruimtelijke ontwikkelingen (de hoofdfunctie van de locatie is niet waterberging).

Daar waar extra ruimte voor waterberging nodig is, zijn de provincies en gemeenten in beeld voor de afweging van de ruimtelijke aspecten. De maatregelen die worden getroffen door waterschappen zijn opgenomen in hun beheerplan.