Juridisch kader pharmafilter

In Nederland vallen ziekenhuizen voor hun activiteiten onder het activiteitenbesluit. In sommige gevallen is een omgevingsvergunning nodig om een bepaalde milieubelasting te reguleren. Bijvoorbeeld bij het werken met genetisch gemodificeerde organismen.

Op deze pagina leest u of het gebruik van een pharmafilter ook invloed heeft op de vergunningsituatie van een ziekenhuis. Het zelf verwerken van afvalstoffen heeft consequenties op de vergunningsituatie.

RIE van toepassing?

is er sprake van een Industriële installatie

Bij een installatie zoals Pharmafilter worden (afval)stoffen bewerkt, zoals biologisch afbreekbare bedpannen en urinalen met inhoud, specifiek ziekenhuisafval en voedselrestanten. Ook afvalwater, afkomstig van het spoelen van de installatie waar de afvalstoffen worden opgenomen en afvalwater van het bestaande rioleringssysteem, wordt bewerkt in de Pharmafilter installatie.

In de zin van de RIE is Pharmafilter dus een industriële activiteit. Ter vergelijking, in dit verband is er geen enkele discussie dat grootschalige veehouderij een industriële activiteit is.

Verontreinigingen als bedoeld in hoofdstuk II tot en met VI van de RIE

Hoofdstuk II van de Richtlijn industriële emissies is volgens artikel 10 van toepassing op de in bijlage I gespecificeerde activiteiten voor zover zij de capaciteitsdrempelwaarden bereiken.

Voor installaties zoals Pharmafilter, lijkt categorie 5.3b van bijlage I van toepassing:

“Nuttige toepassing, of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering, van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 75 t per dag, door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van activiteiten die onder Richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater vallen:

  1. biologische behandeling
  2. voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding
  3. behandeling van slakken en as
  4. behandeling in shredders van metaalafval, met inbegrip van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken en de onderdelen daarvan

Indien de behandeling van het afval beperkt blijft tot anaërobe vergisting, bedraagt de maximale capaciteit voor deze activiteit 100 t per dag.

De onderbouwing dat een Pharmafilter-installatie onder het RIE valt:

Er is hier zeker sprake van nuttige toepassing. Er wordt via biogas energie opgewekt en er wordt schoon water geproduceerd. Als geen sprake zou zijn van nuttige toepassing wordt een andere categorie van toepassing met hetzelfde resultaat, maar met een lagere capaciteitsdrempelwaarde.

De totale capaciteit van de installatie is meer dan 75 ton per dag. Voor een deel betreft dat vaste afvalstoffen en een belangrijk deel betreft het afvalwater. In de zin van de Wet milieubeheer (Wm), maar ook op grond van EU-regelgeving is afvalwater een afvalstof. Zie daartoe artikel 1.1 van de Wm:

  • “Afvalstoffen: alle stoffen, preparaten of voorwerpen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.” Water is een “stof”, dus valt het onder deze definitie.

Dit wordt ook bevestigd door jurisprudentie. Zie:

De Richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater is niet van toepassing. Het gaat hier niet om een behandeling van stedelijk afvalwater volgens de artikelen 4 t/m 7 van die richtlijn. Het gaat om zuiveringtechnische werken, zoals benoemd in de Waterwet, en andere systemen zoals bedoeld in artikel 10.33, tweede lid, Wm.

Het is ook duidelijk dat er sprake is van biologische behandeling. Door vergisting van materiaal wordt biogas geproduceerd, het afvalwater wordt biologisch gezuiverd.

Effect van het van toepassing zijn van de RIE op de vergunningsituatie

Formeel juridisch heeft het van toepassing zijn van de RIE alleen tot gevolg dat een Pharmafilter-installatie vergunningplichtig is op grond van de Wabo. Dat is zo bepaald in artikel 2 lid 1 van het BOR (Besluit omgevingsrecht).

Er is geen verschil of die vergunningplicht zijn oorzaak vindt in de RIE of vanuit de nationale wetgeving, de vergunningplichtige activiteiten volgens het BOR. In feite moet iedere activiteit binnen een inrichting getoetst worden op de RIE (en de vergunningplichtige lijst van het BOR) of deze vergunningsplichtig is op grond van artikel 2.1 Bor. Als dat niet het geval is zijn de algemene regels volgens het Activiteitenbesluit van toepassing.

Het ligt niet voor de hand dat een vergunning een andere inhoud krijgt wanneer hier sprake is van een IPPC-installatie. Behalve de vermelding daarvan.

Beoordeling MER

Als het besluit Milieueffectrapportage dezelfde indeling gebruikt als de RIE, komen deze activiteiten voor in het besluit MER. Er is niet direct een Milieueffect nodig maar het bevoegd gezag moet een beoordeling uitvoeren of effecten op milieu voldoende bekend zijn. In geval van Pharmafilter moet voorafgaand aan vergunningprocedure worden beoordeeld of een milieueffectrapport moet worden opgesteld. De initiatiefnemer moet voor deze MER-beoordeling hiervoor een startnotitie opleveren. In geval van procedure voor een omgevingsvergunning waarbij milieueffecten worden beoordeeld, lijkt het laten uitvoeren van een besluit- MER overbodig.




Tonto

Afvalstoffen worden ingezameld in een "Tonto". Een Tonto is de vermaler, afval wordt in decentraal opgestelde Tonto's vermalen.

Beide uitspraken

Beide uitspraken betreffen een geheel andere casuïstiek dan hier aan de orde, maar dat is voor de vraag of afvalwater een afvalstof is niet relevant.

Bor

Als categorieën vergunningplichtige inrichtingen worden aangewezen de categorieën inrichtingen waartoe een IPPC-installatie behoort en de categorieën inrichtingen die als zodanig zijn aangewezen in bijlage I, onderdeel B, en onderdeel C van het besluit.