Afwegingen bij het vergisten

Het vergisten van afvalwater in een biorotor levert biogas op. Dit wordt opgeslagen in een drukvat. Bij het vergisten ontstaat ook H2S. Dit is een giftig bestanddeel in biogas, waarvan het ontstaan zoveel mogelijk moet worden voorkomen en wat uit het gas moet worden verwijderd.

Externe veiligheid

Het vergisten van afvalwater in een biorotor levert biogas op. Dit wordt opgeslagen in een drukvat. Er zijn diverse onderzoeken verricht naar vergisting en opwekking biogas door RIVM. Voor biogasopslag tot 4.000 kubieke meter (met een H2S-gehalte onder 1%) is in normale omstandigheden een veiligheidsafstand van 50 meter voldoende, gerekend vanaf het midden van de biogasopslag. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in de Handreiking (co-)vergisting van mest, hoofdstuk 5.8 Externe veiligheid.

Gas- en stofontploffingsgevaar

De verplichting voor bedrijven ten aanzien van gas- en stofontploffingsgevaar zijn vanaf 1juli 2003 verankerd in de Arbowet en het Arbobesluit. Concreet gaat het bij inrichtingen dan in het bijzonder om het veiligheidsdocument, de Risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) voor de onderdelen gas- en stofontploffing, en de gevarenzone-indeling. Op genoemde onderdelen is de Arbeidsinspectie de toezichthoudende instantie. Om deze reden worden ten aanzien van gas- en stofontploffingsgevaar binnen de inrichting geen voorschriften aan deze vergunning verbonden.

Als het effect van een calamiteit binnen de inrichting daarbuiten tot slachtoffers kan leiden behoort het beoordelen van die situatie tevens tot het domein van de milieuwetgeving.

Omdat externe veiligheidseffecten van een gas- of stofexplosie buiten de inrichting mogelijk zijn, is gekeken of er voldoende afstand is aangehouden tussen mogelijk gas- en stofontploffingsgevaar veroorzakende onderdelen en de grens van de inrichting.

Pharmafilter

De vergistingsinstallatie van het Pharmafilter heeft een vrij volume van biogas van maximaal XX m3. Het Centrum Externe Veiligheid (CEV) van het RIVM heeft voor de opslag van biogas in 2008 het document “Effect- en risicoafstanden bij de opslag van biogas” ontwikkeld. Dit document geeft de resultaten weer van de berekening van de effecten risicoafstanden die horen bij de opslag van biogas onder atmosferische overdruk (maximaal 30 millibar).

In dit document wordt de opslag van biogasopslag behandeld vanaf 500 m3.

Er zal een berekening gemaakt moeten worden met diverse gassamenstellingen om de PR 10-6 contour vast te stellen. Bij diverse pharmafilter is de PR 10—6 contour op 30 meter is gelegen.

Voorschrift Externe veiligheid.

De biogasopslag moet op minimaal 30 meter van de terreingrens zijn gelegen.

Toelichting: Deze afstand komt uit verschillende berekeningen bij Pharmafilter, wordt er andere installatie toegepast zal berekening moeten worden aangepast.

Lucht, Geur

In afvalwater en het biogas kan waterstofsulfide, H2S, gevormd worden. Dit gas is giftig. Bij ontwerp van de installatie moet worden gespecificeerd welk H2S-gehalte verwacht wordt, en welke maatregelen getroffen worden om het H2S-gehalte zo laag mogelijk te houden.

Onderdeel van de maatregelen moet minimaal zijn dat in de vergistingstank ontzwaveling wordt toegepast.

Technieken die daarvoor in aanmerking komen zijn oxidatie van H2S tot elementair zwavel door beluchting, precipitatie door het toevoegen van een ijzerzout, zoals ijzer(III)chloride of ijzerwater of een maatregel met eenzelfde effect.

Daarbij moet verzekerd zijn dat zolang het vergistingsproces loopt, er altijd ontzwaveld wordt, ook bij storingen of incidenten.

Zwavelwaterstof wordt gevormd bij de anaërobe afbraak van zwavelhoudende stoffen. De vorming van zwavelwaterstof kan worden voorkomen door zo min mogelijk zwavelhoudende stoffen toe te voegen.