Afvloeiend hemelwater particulieren

Hemelwater moet bij voorkeur lokaal in het milieu terecht komen. In het Besluit lozing afvalwater huishoudens (Blah) is het lozen van hemelwater van particuliere woningen geregeld.

Inhoud

Toepassingsgebied

In het Activiteitenbesluit staan de eisen voor de afvoer van hemelwater als het gaat om bedrijven (inrichtingen). De eisen voor de lozing uit het openbaar gebied of buitenruimte staan in het Besluit lozen buiten inrichtingen.

Vindplaats

Het lozen van hemelwater van particuliere woningen valt onder artikel 4 Besluit lozing afvalwater huishoudens: de zorgplicht. Hier staat ook informatie over de nota van toelichting van dit besluit (Staatsblad 468, 2007).

BBT

Afstromend hemelwater is water dat uit de hemel valt zoals: regen, sneeuw en hagel en dauw. De wetgever ziet dit als afvalwater. Door de kwaliteit van hemelwater heeft deze afvalwaterstroom een bijzondere positie. Het gaat namelijk om een schone afvalwaterstroom.

Dit komt ook omdat hemelwater gewoon direct in 'het milieu' kan komen. Voor afstromend hemelwater is het BBT (beste beschikbare techniek) om dit afvalwater zo snel mogelijk in de directe omgeving terug te brengen. Dit volgt uit de voorkeursvolgorde die in artikel 10.29a van de Wm staat. Het is niet de bedoeling om hemelwater op het vuilwaterriool te lozen.

Om hemelwater direct in de omgeving te krijgen is het soms nodig om hemelwater eerst op te slaan. Dit noemt men ook wel het bufferen van hemelwater. Het snel terug brengen van hemelwater kan bijvoorbeeld door het afvalwater te lozen:

  • in de bodem
  • direct in het oppervlaktewater
  • via een hemelwaterriool op oppervlaktewater

Daarom is de eigenaar van een terrein ook als eerste verantwoordelijk voor de afvoer van hemelwater.

De huidige praktijk staat nog ver af van die voorkeur. In stedelijk gebied voert men afvloeiend hemelwater nog vaak via een gemengd rioolstelsel af. Dus samen met huishoudelijk afvalwater.

Verantwoordelijkheid

Anders dan bij de andere huishoudelijke afvalwater stromen heeft de gemeente geen (zorg)plicht om te zorgen voor afvoer van hemelwater. Alleen wanneer het niet doelmatig is voor een particulier om te zorgen voor eigen afvoer van hemelwater kan de gemeente dit verzorgen. Bijvoorbeeld door het aanleggen van een schoonwaterriool. De gemeenten moeten de zorg voor het hemelwater uitwerken in het GRP.

Verboden en voorwaarden

Meestal mag men afvloeiend hemelwater van daken van huishoudens zonder voorwaarden lozen op:

  1. het oppervlaktewater,
  2. in de bodem of
  3. een rioolstelsel.

Voor het lozen van hemelwater afkomstig van huishoudens op het vuilwaterriool geldt geen verbod. Dit volgt uit de combinatie van artikel 2 lid 3 en de definities van artikel 1 van het Blah. Dat dit niet de bedoeling is blijkt wel indirect uit artikel 4 lid 2 onder e. Bij nieuwe bedrijfsmatige lozingen (Het Activiteitenbesluit) geldt wél een verbod.

Schematische weergave regelgeving voor hemelwater en grondwater

Op het zonder voorwaarden lozen bestaan een drietal uitzonderingen. In deze gevallen zijn er wel voorwaarden nodig:

  1. Als dat lokaal nodig is voor de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater of de bodem. Dan kan het bevoegde gezag via een maatwerkvoorschrift (artikel 4, tweede lid Blah), maatregelen eisen voordat de burger loost.
    De verwachting is dat men van die mogelijkheid bij de hierboven genoemde gebruikelijke toepassingen van bouwmetalen geen gebruik hoeft te maken. Alleen bij een keuze voor ongebruikelijke bouwconstructies kan het wel nodig zijn. Voorbeeld: de gevel of het dak bestaat voor een groot deel uit uitloogbaar materiaal. Dan kan het hemelwater dat langs deze bouwmaterialen stroomt, beduidend meer uitgeloogde stoffen bevatten dan normaal. Het bevoegd gezag zou dan een maatregel kunnen voorschrijven. Die maatregel beperkt of wel de uitloging, ofwel de uitgeloogde stoffen zuivert men voor de lozing.
  2. Burgemeester en wethouders mogen voor een gebied regels stellen aan lozingen van afvloeiend hemelwater vanuit huishoudens. Dat mag voor de bescherming van de bodem of de RWZI.
    Die mogelijkheid om bij verordening gebiedsgerichte regels te stellen volgt uit artikel 10.32a van de Wm. Voor het bieden van de mogelijkheid om bij verordening regels te stellen, is bewust gekozen. Stel dat voor een heel gebied het gewenst is om regels te stellen aan hemelwater lozingen. Dan zou het bevoegde gezag per huishouden maatwerk moeten opleggen.  De verordening geldt ook voor een voorziening voor inzameling en transport van afvalwater. Dus een openbaar vuilwaterriool of een openbaar hemelwaterstelsel. 
    Deze mogelijkheid heeft geen betrekking op directe lozingen vanuit huishoudens in het oppervlaktewater. Die lozingen vallen namelijk niet onder de Wm, maar onder de Waterwet.
  3. Voor het kunnen behalen van de doelstellingen van het hemelwaterbeleid.

Dit derde punt is vooral van belang daar waar lozingen van afvloeiend hemelwater nog op een gemengde stelsel plaatsvindt. Zo heeft de gemeente mogelijkheden om deze lozingen op termijn te beëindigen. Dus van het openbaar vuilwaterriool «af te koppelen».

Dit afkoppelen kan als men voor afvloeiend hemelwater bijvoorbeeld een afzonderlijk stelsel aanlegt. Of als het redelijk is om van huishoudens in het gebied te vragen om het afvloeiend hemelwater zelf in het milieu terug te brengen. Bijvoorbeeld door te lozen in het oppervlaktewater of op of in de bodem.

Bij de onder 2 genoemde verordening kan het bevoegde gezag daarom een termijn vaststellen. In deze periode moet de burger samen met het bevoegde gezag het «afkoppelen» realiseren.

Maatwerk

Op basis van de zorgplicht kan men maatregelen ook expliciet maken als maatwerk.  De gemeente kan als maatwerkregel bij  huishoudens verplicht stellen dat het afvloeiend hemelwater moet worden afgekoppeld van het vuilwaterriool. Bijvoorbeeld, omdat er een andere lozingsroute beschikbaar is. Het heeft alleen wel de voorkeur dat afkoppeling op vrijwillige basis plaats vindt.

Wanneer uit een meting blijkt dat het hemelwater te verontreinigd is, moet het afvalwater ter plaatse worden gezuiverd. Bijvoorbeeld in een helofytenfilter. Daarna kan het te lozen afvalwater lokaal in het milieu terecht komen. Het Blah biedt mogelijkheden om hier maatwerkvoorschrift eisen voor te schrijven.

Op basis van de zorgplicht kan het bevoegde gezag ook maatwerk opleggen om hemelwater schoon te houden.

Uitspraak Raad van State

Maatwerk voor de bescherming van de doelmatige werking van de voorzieningen voor het beheer van afvalwater is binnen het Besluit lozen huishoudens (Blah) nu niet mogelijk. In het Activiteitenbesluit en het Besluit lozen buiten inrichtingen kan dit wél. Tot deze conclusie komt de Raad van State  (201809140/1/A1).

Daardoor is in het Blah maatwerk alleen mogelijk voor de bescherming van de bodem en het oppervlaktewater.

Geen maatwerk wel verordening

De gemeente kan de doelmatige werking van voorzieningen voor het beheer van afvalwater beschermen in een verordening voor hemelwater en grondwater. Dit kan op dit moment niet via maatwerk via het Blah.

Lokaal beleid nodig

Om maatregelen voor de bescherming van de doelmatige werking van transportstelsel en RWZI te kunnen voorschrijven is het wenselijk dat hiervoor vastgesteld beleid is. Dit kan in een plaatselijke verordening voor hemelwater en grondwater staan. Zo'n verordening kan men baseren op het gemeentelijk rioleringsplan (GRP).

In het GRP kan de gemeente ook lokaal beleid over de zorgplicht voor hemelwater vastleggen. De gemeente kan daarom het GRP gebruiken om dit maatwerkvoorschrift te onderbouwen met argumenten. Ook bij voorlichting, om vrijwillig af te koppelen, kan men de benodigde argumenten uit het GRP halen.

Melden lozen hemelwater

Voor lozingen vanuit particuliere huishoudens is nooit een eigen vergunning of ontheffing nodig. Het kan wel voorkomen dat soms maatwerk op de algemene regels nodig is. Maatregelen voor de bescherming van de doelmatige werking van transportstelsel en RWZI kan men bij het Blah baseren op de zorgplicht. Dit kan ook op basis van een gemeentelijke verordening, gebaseerd op het GRP. Dit kan het bevoegd gezag opleggen met maatwerk op basis artikel 10.32 van de Wm.

Daarom moet men een (eerste) lozing vanuit een nieuwe woning of wooncomplex wel melden. Meestal is de gemeente het bevoegde gezag voor de melding.

Aanpalende wetgeving

Wet milieubeheer

Het afvloeiend hemelwater moet bij voorkeur lokaal in het milieu terecht komen. Deze voorkeur volgt uit de voorkeursvolgorde die staat in artikel 10.29a van de Wm.

Een lokale verordening kan gebiedsgerichte regels stellen aan lozingen van afvloeiend hemelwater vanuit huishoudens. Deze mogelijkheid volgt uit artikel 10.32a van de Wm. Dit staat in de Wm via de Wet gemeentelijke watertaken. Het geldt ook breder dan voor lozingen vanuit huishoudens.

Wet op de gewasbeschermingmiddelen en biociden (Wgb)

Professionele gebruikers mogen volgens de Wet op de gewasbeschermingmiddelen en biociden (Wgb) geen gewasbeschermingsmiddelen toepassen buiten de landbouw. Voor toepassing van gewasbeschermingsmiddelen zijn toepassingsvoorschriften gesteld in de Wgb.

Bouwmaterialen

Als het regent kunnen stoffen uit de gebruikte materialen vrij komen. Dit noemt men uitloging. Hierdoor komen er verontreinigingen in het hemelwater en komen deze stoffen in de bodem of het oppervlaktewater. Voor bouwstoffen heeft men vaak onderzocht of uitloging kan plaatsvinden.

Bij gebruik van gecertificeerde bouwmaterialen mag men hemelwater op de bodem of oppervlaktewater, hemelwaterriool lozen. De gecertificeerde bouwmaterialen kunnen kan men herkennen aan de CE-markering. Deze materialen gebruikt men bij bedrijven en huishoudens. Daarom staan er geen voorschriften in het Activiteitenbesluit.

Bij gebruik van gecertificeerde bouwmaterialen mag men hemelwater op de bodem of oppervlaktewater, hemelwaterriool lozen. De gecertificeerde bouwmaterialen kunnen herkend worden aan de CE-markering. Deze materialen gebruikt men bij bedrijven en huishoudens.

Controleaspecten

Wordt bij hemelwaterlozing aan de zorgplicht voldaan?

  • Geen onnodige vervuiling tijdens het afstromen van hemelwater?
  • Bij het gebruik van gecertificeerde, maar bijzondere, bouwmaterialen kan de lozing van vervuilende stoffen beduidend hoger zijn dan normaal in hemelwater. Dit kan bij controle blijken. Als de lozing een gevaar is voor waterkwaliteitsdoelstellingen of bescherming van de bodem, zijn extra maatregelen gewenst. De maatregel moet wel:

    • de uitloging beperken
    • de uitgeloogde stoffen voor de lozing tegenhouden.

Samenwerking bevoegde gezagen

Bij controle is een goede samenwerking tussen waterbeheerder en Wabo-bevoegd gezag gewenst. Regelmatige vervuiling van een openbare ruimte waar het hemelwater van afstroomt, kan bij neerslag leiden tot een lozing van vervuild afvalwater. Deze verontreinig zal dan in het milieu te recht komen.

Als dit hemelwater normaal gesproken loost op oppervlaktewater, kan een waterbeheerder moeilijk optreden als er geen neerslag is. Er vindt dan namelijk geen lozing plaats in het oppervlaktewater. Eventueel opgelegd maatwerk is dan makkelijker handhaafbaar door het Wabo-bevoegd gezag. Ook kan het Wabo-bevoegd gezag in deze situatie de beheerder van de openbare ruimte makkelijker aanspreken op het gewenste preventieve gedrag.

Zie ook