Voorlopige overstromingsrisicobeoordeling
De eerste vereiste vanuit de Richtlijn Overstromingsrisico's (ROR) is het uitvoeren van een voorlopige risicobeoordeling. Op basis van de beoordeling stellen lidstaten de gebieden met een potentieel significant overstromingsrisico vast.
De voorlopige risicobeoordeling en de gebieden met een potentieel significant overstromingsrisico zijn in december 2018 gerapporteerd aan de EU. Het complete rapport is te vinden in het document "Overstromingsrisico’s in Nederland" onder Documenten.
Nederland gaat uit van vier typen gebieden, aangeduid als A, B, C of D gebieden. Elk gebied wordt gekenmerkt door een bepaald type overstroming:
- Onbeschermde gebieden langs het hoofdwatersysteem.
Zij kennen een grote kans op overstromingen, met kleine gevolgen. - Tegen overstromingen uit het hoofdwatersysteem beschermde gebieden.
De overstromingskans is kleiner dan eens in de 200 jaar, maar de gevolgen zijn groot. - Tegen overstromingen uit het regionale watersysteem beschermde gebieden.
De overstromingskans is middelgroot tot klein en de gevolgen zijn groter dan in de A gebieden. - Onbeschermde gebieden langs het regionale watersysteem.
De gevolgen van overstromingen zijn in de meeste gevallen beperkt en de kans op slachtoffers is nihil. Enkele beken vormen hierop een uitzondering.
Lidstaten hoeven alleen significante overstromingsrisico’s te beschouwen. De criteria voor significantie kan iedere lidstaat zelf bepalen. Nederland hanteert de definitie: “er is sprake van potentieel significant overstromingsrisico als zich bij een overstroming één of meer dodelijke slachtoffers voordoet en/of de economische schade meer dan € 40 miljoen bedraagt."
Nederland heeft de volgende gebieden met een potentieel significant risico aangewezen:
- Beschermde én onbeschermde gebieden langs het hoofdwatersysteem.
- Beschermde gebieden langs het regionale watersysteem die beschermd worden door keringen die een kleinere kans op overstromen moeten hebben van eens in de 100 jaar (de zgn. IPO-klasse III, IV, en V) en alle rijkskanaaldijken.
- Onbeschermde gebieden langs vier regionale wateren in het stroomgebied van de Maas: Geul, Gulp, Roer en Geleenbeek; en één langs regionaal water in het stroomgebied van de Rijn: Linge.
- Ten behoeve van internationale afstemming zijn een aantal grensoverschrijdende wateren aangewezen: Het gaat om acht onbedijkte regionale wateren in het stroomgebied van de Maas (Uffelse Beek, Thornerbeek, Jeker, Voer, Worm, Roode Beek, Kitschbach, Niers) en zeven in het stroomgebied van de Rijn (Oude IJssel, Aastrang, Boven Slinge, Beuzerbeek, Berkel, Buursebeek en Dinkel).