Gemeentelijk rioleringsplan

Vraag

  1. Welke middelen/instrumenten heeft een waterschap tot haar beschikking wanneer een gemeente zich niet aan haar Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) houdt?
  2. Over welke middelen/instrumenten beschikt een waterschap wanneer de gemeente een watrschap niet of onvoldoende wordt betrekt bij het op- en vaststellen van een Gemeentelijk rioleringsplan of als er iets in het Gemeentelijk rioleringsplan staat of ontbreekt dat het waterschap belangrijk vindt?
  3. Welke middelen/instrumenten heeft een waterschap wanneer het advies niet wordt overgenomen?

Antwoord

  1. Op grond van het Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi) is het lozen vanuit gemeentelijke rioolstelsels toegestaan, voor zover het stelsel in het Gemeentelijk rioleringsplan is opgenomen en overeenkomstig het Gemeentelijk rioleringsplan is uitgevoerd en wordt beheerd. In principe mag de gemeente dus niet lozen vanuit een rioolstelsel als hij zich niet aan het Gemeentelijk rioleringsplan houdt. Gelet op artikel 1.3 in samenhang met artikel 3.14-3.16 van het Besluit lozen buiten inrichtingen, zou er dan geen vrijstelling gelden van de vergunningplichtig van artikel 6.2 Waterwet en zou de gemeente dus een watervergunning moeten aanvragen voor het lozen in afwijking van het Gemeentelijk rioleringsplan. Strikt juridisch gezien kan het waterschap handhavend optreden tegen de gemeente als er (zonder vergunning) geloosd wordt in afwijking van het Gemeentelijk rioleringsplan. De strekking van de Waterwet is echter dat gemeenten en waterschappen moeten samenwerken in het waterbeheer en de afvalwaterketen moeten beheren als ware het één systeem (vergelijk bijvoorbeeld ook artikel 3.8 Waterwet). Eenzijdig handhavend optreden staat erg ver af van die gewenste samenwerking. Het is daarom aan te raden dergelijke situaties niet juridisch te benaderen, maar ambtelijk of bestuurlijk: in overleg gaan, eventueel ondersteund met een afspraak tussen een waterschapsbestuurder en de verantwoordelijke wethouder. Verwezen kan worden naar de Handreiking ‘Samenwerken op basis van afspraken' van de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereninging Nederlandse Gemeenten (VNG), te vinden op de website van zowel de UvW als de VNG.
  2. Volgens het Besluit lozen buiten inrichtingen is het lozen toegestaan als het stelsel in het gemeentelijk rioleringsplan is opgenomen en volgens het Gemeentelijk rioleringsplan is aangelegd en wordt beheerd. Dat geldt ook als het waterschap niet of onvoldoende betrokken is geweest bij het Gemeentelijk rioleringsplan, of als het Gemeentelijk rioleringsplan niet precies luidt zoals het waterschap zou willen. De gemeente is niet verplicht om adviezen van het waterschap over het Gemeentelijk rioleringsplan op te volgen.
    Het waterschap kan dus niet handhavend optreden.Eventueel zou het waterschap een maatwerkvoorschrift kunnen stellen op grond van de zorgplicht (artikel 2.1 lid 4 Blbi) maar dan moet het waterschap wel aantonen dat de gemeente nadelige gevolgen voor de waterkwaliteit eroorzaakt die niet voldoende worden tegengegaan door het lozen conform het Gemeentelijk rioleringsplan. Het eenzijdig stellen van een maatwerkvoorschrift staat echter op gespannen voet staat met de gewenste samenwerking tussen gemeenten en waterschappen.

  3. De gemeente is niet verplicht om adviezen van het waterschap over het Gemeentelijk rioleringsplan op te volgen. Zie verder het antwoord onder 2.

Zie de pagina Gemeentelijk rioleringsplan in het Handboek Water.