Storm, containers en zeemijnen

Op 22 februari bereikte de pilotsuppletie een mijlpaal: Alle 5 miljoen kubieke meters zand zijn in het Amelander Zeegat gesuppleerd. Tijd voor een terugblik met projectleider van de pilot Judith Litjens en algemeen directeur Jan Huijbers van aannemer Van den Herik.

Met het afronden van de pilotsuppletie bereikt het project Kustgenese 2.0 een belangrijk punt, het sluitstuk van jaren aan voorbereiding. Judith vertelt: ‘Natuurlijk, het is hartstikke gaaf om te zien dat iets waar zoveel mensen zich elke dag voor inzetten, gelukt is. Een belangrijk onderdeel van Kustgenese 2.0 is voltooid.’ De pilotsuppletie is het voor het grote publiek ook het meest zichtbare deel van Kustgenese 2.0. Judith: ‘We doen ontzettend veel morfologisch en ecologisch onderzoek binnen het programma. Al dat onderzoek is essentieel om straks een goed advies te kunnen geven. Maar voor veel mensen gebeurt dat achter de schermen. De buitenwacht kent ons bijna alleen van de pilotsuppletie. De proef hebben we nodig om onze hypotheses te toetsen, maar het is ook een welkom uithangbord van Kustgenese 2.0. Het genereert veel aandacht voor het programma en dat is ook belangrijk.’

Werken mét de natuur

Het suppleren zelf deed waterbouwer Van den Herik. Vanaf april legden zij in totaal 5 miljoen kuub zand op de bodem. Hiervoor gebruikte Van den Herik de Charlock en de Christophorus, 2 hopperzuigers, die door middel van klappen (uit het ruim laten vallen van zand) zand suppleerden. Algemeen directeur Jan Huijbers is projectleider vanuit Van den Herik. Hij is ‘enorm trots’ op het project. ‘Vooral op het feit dat we succesvol mét de natuur werken. Seneca, de Romeinse filosoof, zei het al: ‘Als de natuur niet meewerkt, is de arbeid vergeefs.’ Daarom hebben we de zandsuppletie met behulp van de stroming, golfslag en het getij uitgevoerd: we suppleerden het zand op locatie A, waarna de stroming het zand uiteindelijk op de uiteindelijk suppletielocatie neerkwam. Het werkte perfect.’

IMG_0402 verticaal

Sleephopperzuiger de Charlock aan het werk

2.000 wrakken bij Ameland

Maar ook is hij trots op de circa 20 medewerkers die werkten onder de vaak lastige omstandigheden. ‘Mensen denken vaak dat je uitvaart, het zand stort en klaar bent. Maar in de praktijk komt er veel meer bij kijken. Op de wrakkaart zie je dat 2.000 wrakken in en om het Amelander Zeegat liggen. Dat is natuurlijk niet voor niets: het is een enorm onstuimig en daardoor gevaarlijk gebied. In het stormseizoen betekent dat 2 tot 3 meter hoge golven, harde wind en dat in heel ondiep water.’ En dan waren er nog de incidenten. Zo werden er tot driemaal toe zeemijnen uit de Tweede Wereldoorlog aangetroffen, er viel een schip uit. En onlangs nog zorgde het overboord slaan van 281 containers van de MSC Zoë voor oponthoud. ‘Uit voorzorg is er toen besloten om 2 weken niet te suppleren. Knap dat we toch de klus geklaard hebben.’

Vol lof over samenwerking

Zowel Judith als Jan zijn vol lof over de samenwerking. Jan ziet dat echt als meerwaarde. ‘Bij ons werkte afstudeerder Thijs van Rijn van de TU Delft mee aan het project. Hij trok echt heel intensief op met Deltares en Rijkswaterstaat. Dat leverde niet alleen een betere samenwerking op, maar leverde ook weer nieuwe inzichten op. Heel waardevol.’ Judith: ‘De samenwerking in alle fases van het project was gewoon heel goed. Van den Herik stelde zich ontzettend flexibel op. Ook het werken met de natuur laat zien dat Van den Herik echt meedacht.’

Samen echt iets moois bereikt

Bijzonder was ook de interne samenwerking, met het programma Kustlijnzorg . ‘Ik heb veel opgetrokken met collega’s van Kustlijnzorg omdat zij een schat aan ervaring hebben met zandsuppleties. Dat was echt heel nuttig en je voelde het enthousiasme voor de pilotsuppletie ook wekelijks toenemen. We hebben samen echt iets moois bereikt!’ Het  Kustgenese2.0-team heeft een evaluatie van de pilot uitgevoerd <link toevoegen naar artikel evaluatie>. Hierin komen de volgende onderwerpen aan bod: morfologie, ecologie, veiligheid tijdens de aanleg, wijze van uitvoering en aanbevelingen voor monitoring van de pilot. Het volledige rapport is hier te vinden.