Buitenwaartse stabiliteit - Grondmechanische en geohydrologische aspecten
Voor de stabiliteit van het buitentalud is een ongunstige combinatie van hoge grondwaterstand in de dijk na een snelle daling van de waterstand voor het grondlichaam of de situatie bij extreme neerslag bepalend.
Voor de dijken in het beneden- en bovenrivierengebied kan worden gestelddat deze situatie optreedt bij vallend water en een naijlend waterspanningsbeeld in de dijk. Voor het benedenrivierengebied wordt aanbevolen uit te gaan van de situatie na een val van 1 dag. Voor het bovenrivierengebied wordt aanbevolen uit te gaan van een situatie na een val van 10 dagen. Bij zee- en meerdijken kan worden uitgegaan van en val naar een niveau van GLW respectievelijk SP over een periode van de halve stormduur (1/2 ts) zoals in de Leidraad Zee- en meerdijken is aangegeven. De stormduur ts varieert tussen 35 en 45 uur.
- Dijk/Dam
- Kunstwerk (Langsconstructie)
- Algemeen
- Macrostabiliteit buitenwaarts (afschuiving buitentalud)
- 0 | Beschrijving
- tekst
Bron
Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies (P-DWW-2001-045)
- Hoofdstuk
- Grondmechanische en geohydrologische aspecten
- Auteur
-
Asperen L. van, E.O.F. Calle, J.R. Deutekom, E. van Hijum, G.J.C.M Hoffmans, R.H.J. Kremer, B.A.N. Koehorst, M.T. van der Meer, J. Niemeijer, M.A. Van
- Organisatie auteur
-
Fugro Ingenieursbureau B.V., Arcadis Heidemij Advies B.V., Grontmij, Ingenieursbureau Amsterdam en Infram.
- Opdrachtgever
-
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
- Verschijningsdatum
-
Juni 2011
Over versie 1.0: 29 juni 2018
Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.