Schematiseringshandleiding Voorlanden zettingsvloeiing

In de vernieuwde schematiseringshandleiding zijn nieuwe criteria opgenomen op basis waarvan zettingsvloeiing uitgesloten kan worden. Hiermee kan in meer gevallen dan voorheen de invloed van zettingsvloeiing op voorhand worden verwaarloosd.

De vernieuwde schematiseringshandleiding is in zijn geheel doorgelopen en waar nodig is verduidelijking toegevoegd. In veel gevallen betreft dit verduidelijking van de tekst maar soms ook een (kleine) inhoudelijke aanpassing. De belangrijkste aanpassingen zijn:

  • Toevoegen van twee alinea’s waarin methoden voor het meenemen van bestorting tijdens de beoordeling (aanwezigheid, integriteit, dikte) worden besproken.
  • Enkele expliciete verwijzingen naar de WBI-software D-FlowSlide 18.1.1, dat behalve voor het uitvoeren van de eenvoudige en gedetailleerde toets ook functionaliteiten heeft die gebruikt kunnen worden voor het schematiseren zelf.
  • De formules voor identificatie van de zettingsvloeiingsgevoelige grondlagen uit een sondering zijn gecorrigeerd.
  • De paragrafen waarin de methoden ter bepaling van de invoerparameters psi5m, d15,gemiddeld en d50,gemiddeld worden besproken zijn herschreven.
  • Aan bijlage C, waarin de rekenregels voor de gedetailleerde toets zijn gegeven, is een paragraaf toegevoegd (paragraaf C.5) met een aantal aandachtspunten en tips. Dit betreft:
    • Twee aanvullende criteria om de kans op het optreden van een zettingsvloeiing als verwaarloosbaar te mogen beschouwen tijdens een toets op maat.
    • Een aanvulling op de toepassingscriteria in de gedetailleerde toets die bij een toets op maat kan worden gebruikt om tot een oordeel te komen.